Home Data & Storage De Clou van Interface

De Clou van Interface

170

In zijn column De eeuwige interface (15 maart 2013) deelt François van Heurn zijn ongerustheid m.b.t. moderne gegevensuitwisseling: omslachtig, foutgevoelig, kostbaar, lange time-to-market en onbevredigend. “En dat”, zo stelt Van Heurn, “terwijl de techniek de afgelopen jaren juist op het gebied van integratie grote sprongen voorwaarts heeft gemaakt.” Even verder in zijn column vraagt Van Heurn zich dan ook af “waarom bouw en beheer van interfaces dan toch nog steeds zo moeizaam gaat” en geeft aansluitend een korte, praktische, analyse.

Waar draait het bij interfaces eigenlijk om? Wat is, zeg maar, de clou? Cruciaal is de uitwisseling van betekenis. Datatransport is secundair. Cruciaal is dus dat data zo is georganiseerd dat bedoelde betekenis gemakkelijk kan worden vastgesteld. Altijd. En bij elke willekeurige uitwisseling ervan.

Daarmee krijgt het derde punt in Van Heurn’s analyse plotseling de hoofdrol toegewezen! En, ja, klopt helemaal, onze huidige “Data definities” vormen wat organisatie annex betekenis betreft een groot en groeiend probleem. Dat is, zo constateert hij: “in de praktijk een crime”.

Wie de clou van interface (in)ziet, ziet ook dat oplossing voor dat probleem zich laat vinden in een nieuwe opvatting m.b.t. organisatie van informatie – van de “Data definities” zo u wilt. Al was het maar om – zoals Van Heurn het uitdrukt “de kosten van interfaces te decimeren!”

We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat “een factuur [g]een factuur [is]”, dat “een order [g]een order [is]”, dat “een artikel [g]een artikel [is]” enzovoort. Nee, natuurlijk niet! Daar denkt iedereen – in de harde dagelijkse realiteit – nu eenmaal anders over! En daarover verkrijgen we met elkaar in geen 100 jaar consensus! Vergeet het! Zet het uit uw hoofd! Accepteer wezenlijke verschillen en probeer ze niet te standaardiseren, te harmoniseren of anderszins te verdoezelen.

We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat het uitwisselen en aan elkaar knopen van ongelijkwaardige informatie een malle bezigheid is. Wie verstandig is stopt er dan ook mee – en wel zo snel als mogelijk. Een factuur in de context van partij A is nu eenmaal geen factuur in de context van partij B. En… àls A en B momenteel al met dezelfde facturen werken, kan dat volgend jaar maar zo weer anders liggen. Wie de ogen sluit voor reële dynamiek… wie de ogen sluit voor essentiele verschillen… en ‘de boel’ via “mappings” al polderend aan elkaar blijft plakken, houdt zichzelf voor de gek, is verk(n)ocht aan de eeuwige interface: omslachtig, foutgevoelig, kostbaar, lange time-to-market en onbevredigend.

Zolang “Data definities” feitelijk ongeschikt zijn voor informatie-uitwisseling tussen partijen, blijft het ‘gewoon’ sappelen met dergelijke data in en tussen applicaties – of ze nu gearchitectureerd, SOA, Open, XML, SOAP enzovoort zijn/hebben of niet. De kern van het probleem zit-um niet – herhaal: niet – in de techniek, maar in ons overtuigingen aangaande de manier waarop wij onze “Data definities” in elkaar menen te moeten steken.

Zolang wij in essentie blijven werken volgens het aloude adagium ‘voor elk probleem een apart systeem’… zolang zullen wij “Data definities” blijven produceren die uitermate geschikt zijn voor één bepaalde partij en derhalve minder/niet geschikt zijn voor andere partijen.

Nogmaals: wat m.i. nodig is, is een nieuwe opvatting m.b.t. de organisatie van informatie. Een organisatie met het oog op het uitwisselen van betekenis – de clou van interfaces. Wanneer we informatie ànders – lees: niet langer traditioneel, maar stelselmatig – modelleren, kunnen tal van partijen uit vergaand dezelfde informatie-elementen elk hun eigen factuur, order, artikel enzovoort samenstellen. Voor nadere onderbouwing en details verwijs ik u graag door naar Information Modeling for Context Aware Systems.

Jan van Til is informatiekundig ontwerper en schrijft op persoonlijke titel. Hij is gefascineerd door menselijke informatieverwerking en gericht op pragmatische interoperabiliteit. Het draait (hem) níet om techniek; ook al kunnen we niet meer zonder. Het draait (hem) wèl om menselijk gedrag dat gebaseerd is op individueel toegekende situationele betekenis aan informatie. Wie meer wil weten, kan terecht op zijn website: Information-Roundabout en/of blog: Informatiekundig Bekeken.

 

 

5 REACTIES

  1. Jan, ik denk dat ik snap wat je schrijft (context, context, context), namelijk: Het draait om betekenis, maar de oplossing “organisatie van informatie” lijkt juist weer terug te vallen op het probleem van de context. Je gaat in feite meta data aanleggen om data betekenis te geven, maar wie zorgt er dan weer voor dat de meta data begrepen wordt in de juiste context?

    Het blijft tenslotte een “wicked problem”

    Het doet me een beetje denken aan het filosoferen over het leven op aarde. Misschien was er wel een komeet waardoor het eerste leven op aarde kwam. De vraag is dan, maar hoe kwam dat leven dan op de herkomst van de komeet?

    Of nog een variant: Hoe is god ontstaan?

    Dus JA het gaat om betekenis maar om die te modelleren is er nog steeds context nodig en een oog die hiervan betekenis maakt. Betekenis bevat intelligentie en intelligentie kunnen we momenteel nog niet namaken, dus blijven we nog even piemelen met niet perfecte systemen.

    Momenteel is evolutie nog het enige systeem wat intelligentie heeft voortgebracht.

  2. Klopt helemaal, Henri: het draait van A tot Z om betekenis! En betekenis komt onveranderlijk tot stand (binnen)in een mens en middels waarneming via oog (en andere zintuigen) plus wat hij/zij allemaal al weet en/of meent te weten. Het beste wat je daarom kunt doen is dat je een mens optimaal faciliteert zodat-ie tot bedoelde betekenis kan komen (als/voor zover hij/zij dat wil).

    Hoe doe je dat? Dat doe je door informatie over de werkelijkheid – die zich per definitie situationeel georganiseerd aan ons voordoet – contextueel georganiseerd te modelleren. Minder makkelijk is het gewoon niet (ook niet moeilijker, trouwens) voor hen die er waarde aan hechten de werkelijkheid nauwkeurig te vangen.

    Je idee dat je “in feite meta data [gaat] aanleggen om data betekenis te geven” snijdt naar mijn idee geen enkel hout. In de werkelijkheid doe je geen ‘meta-dingen’ om de situatie ‘compleet’ te krijgen. Nee, het is de situatie die zich as-a-whole simpelweg en doodgewoon aan je voordoet. Zo krijg je dan ook doodgewoon een, zeg maar, informatienetwerkje dat zich – als representatie van de situatie aan je voordoet.

    Om dat in te kunnen zien doe je er wellicht goed aan je meta-denken even in de ijskast te zetten. Zoals de werkelijkheid aan elkaar hangt, zo hangt – natuurlijk – ook de die werkelijkheid representerende informatie aan elkaar.

    Zo’n informatienetwerkje is gewoon een informatienetwerkje totdat… totdat je er naar begint te kijken… en een bijzonder belangstelling aan de dag begint te leggen voor een bepaald element in dat informatienetwerkje. Dat ontstaan – zomaar – in dat informatienetwerkje twee ‘dingen’: het ‘ding’ waar je je op focuste en het ‘ding’ dat daar aan vast zit. Dat laatste ‘ding’ is… de context – de context die onlosmakelijk hoort bij dat eerste ‘ding’. En als je je aandacht verplaatst… verplaatst de context gewoon mee (wat moet-ie anders)!

    Zo neemt “intelligentie” toe en zijn we zo maar een hele stap verder. Is het “piemelen” dan voorbij? Hebben we dan “perfecte systemen”? Ik denk het niet. Wel is het zo dat de aard van het “piemelen” grondig is veranderd en de mate van perfectie fiks is toegenomen.

  3. Jan, dank voor je antwoord en inzicht. Rest mij nog een vraag.

    Kun je een concreet voorbeeld geven wat je abstracte idee tastbaar maakt? Want op deze manier gaat niemand het begrijpen.

    Probeer het uit te leggen alsof ik vijf jaar oud ben.

  4. Henri, goed om te lezen dat jou “nog een vraag [rest]”. Er is dan immers al zo heel erg vaal duidelijk! En ik zie me dan ook niet direct genoodzaakt om “het uit te leggen alsof [je] vijf jaar oud [bent].” Dank, overigens, voor de tijd en moeite die je nam/deed om mijn column/response te bestuderen. Enkele voorbeelden:

    Zie bijvoorbeeld mijn column op Informatiekundig Bekeken: “Beveiligingsfietsenrek?”: http://www.informatiekundigbekeken.blogspot.nl/2012/01/beveiligingsfietsenrek.html. Een reactie op een artikel in Binnenlands Bestuur waar het verschil in opvatting over een fietsenrek voor het voetlicht komt.

    Een ander voorbeeld vind je op de website van Wisse. Een modelleer voorbeeld – in stappen opgebouwd – rondom de zgn. “Ingezetene”: http://www.informationdynamics.nl/pwisse/pdf/ingezetene_csd.pdf

    Laatste voorbeeld: Een Oefenschema: basisregistraties enz. (leesbaar op A0 formaat). Een overkoepelend model waarin, let op, Suwinet, GBA, BAG, BOR en Uitvoeringsorganisatie contextueel zijn samengebracht. Met name in dit voorbeeld krijg je, denk ik, wel een behoorlijk idee van wat ik in mijn vorige response bedoel met een ‘informatienetwerkje’.

    Nabrander: In de bundel Interoperabel Nederland (eind 2011 uitgebracht door Bureau Forum Standaardisatie) schreef Peter Waters (voormalig Hoofd Bureau Forum Standaardisatie) het hoofdstuk VN kiest voor Nederlandse i-pass. Ook in dat hoofdstuk passeren een aantal informatienetwerkjes de revue.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in