Digitaal opleiden: voor iedereen de juiste keuze?

De laatste tijd is er veel te doen over verschillende nieuwe vormen van opleiden, zoals digitaal opleiden. De eerste iPad-scholen zijn deze zomer gestart en vanuit de overheid wordt het steeds meer gestimuleerd om nieuwe technologieën te gebruiken binnen het onderwijs. Ook in het bedrijfsleven wordt al langere tijd niet alleen meer gebruikgemaakt van klassikale cursussen en trainingen en doen nieuwe technologieën hun intrede.

Alternatieven voor klassikaal opleiden zijn zeker niet iets van de laatste jaren, die zijn er namelijk altijd geweest. In het verleden was het gebruikelijk om als alternatief een studieboek aan te schaffen en je zo op zelfstudie te richten. Vandaag de dag zijn er veel nieuwe mogelijkheden bijgekomen, deels natuurlijk omdat er nieuwe media zijn. Maar zijn deze (veelal) online trainingen en nieuwe tools wel voor iedereen geschikt?

Markt voor opleiden

Voor het volgen van een digitale opleiding is er tegenwoordig een ruime keuze: e-learning, video’s van opgenomen trainingen en daarnaast is veel content op het internet te vinden. Het verschil met zo’n twintig jaar geleden is dat informatie veel makkelijker bereikbaar is en daarnaast wordt de hoeveelheid informatie ook steeds groter. Dit kan een groot voordeel zijn, maar ook een nadeel. Je weet immers van tevoren niet wat de kwaliteit van de informatie is die je tot je neemt. Het is dan ook veel lastiger om de goede informatie van de minder goede informatie te scheiden. Niemand controleert immers wat er dagelijks aan trainingen op bijvoorbeeld YouTube wordt gepost. Als consument of organisatie moet je dan ook veel kritischer zijn, maar het hoeft geen reden te zijn om niet van al die beschikbare informatie gebruik te maken.

Zelfstudie of klassikaal
Het grote voordeel van alle beschikbare informatie is dat het eenvoudiger is om je met zelfstudie ergens in te verdiepen. Alleen is zelfstudie niet voor iedereen de beste oplossing. De een kan zich urenlang verdiepen in een managementboek en hier, door zichzelf de juiste vragen te stellen, ook echt voordeel uithalen. De ander bekijkt graag een video en voor weer een ander werkt een klassikale studie juist beter. Het voordeel daarvan is dat een docent de stof bespreekt. De cursist wordt hierdoor getriggerd en aan het denken gezet. En uiteraard helpen medecursisten ook bij het aanvullen van de kennis. Bij de keuze voor een opleidingsmethode is het dan ook belangrijk om te bepalen welke methode het beste bij een persoon past. Er moet dus meer worden uitgegaan van de persoon in plaats van alleen te focussen op de beschikbare middelen.

Kosten
Natuurlijk hangt de keuze van een opleidingsmethode ook samen met de kosten. Zeker in de huidige economische tijd wordt hier door organisaties steeds meer naar gekeken. Een klassikale opleiding is kostbaarder dan het zelfstandig bekijken van online content of het lezen van een boek. Echter moet hierbij ook rekening gehouden worden met de tijd die besteed wordt aan het zoeken naar relevante content. En misschien was het filmpje na het bekijken van de eerste tien minuten toch niet zo relevant als gedacht? Een medewerker kan hier veel tijd aan kwijt zijn. Tijdens een klassikale studie kan een docent aangeven wat belangrijk is en lastige zaken uitleggen. Dit kan een hoop tijd besparen. Bij het berekenen van de kosten en de keuze voor de juiste opleidingsmethode is het belangrijk om deze factor niet te vergeten.

Rendement
Als vierde factor moet naast de persoon, de kosten en de tijd die gestoken wordt in de verschillende studiemethoden ook het rendement niet vergeten worden. Hoeveel kennis heeft de medewerker daadwerkelijk opgedaan door zelfstudie? En wat is de kwaliteit van de opgedane kennis? Weegt dit op tegen de lage kosten van zelfstudie?

Voor een organisatie is van belang dat de medewerker voldoende kennis opdoet en deze toe kan passen in zijn functie. Als iemand zelfstudie doet, heb je geen ‘garantie’ dat hij bepaalde kennis heeft opgedaan of dat dit binnen een bepaalde tijd gebeurt. Het voordeel van een klassikale training is dat een bepaalde hoeveelheid stof behandeld wordt en de docent controleert of de cursisten het begrepen hebben. Het is dus voorspelbaarder dan wanneer iemand een boek leest of een filmpje bekijkt. Het resultaat is voor een organisatie natuurlijk het belangrijkste.

Kortom, er zijn heel veel verschillende methodes en manieren van aanpak. Digitaal opleiden kan zeker de juiste methode zijn, maar voordat er door een organisatie een keuze wordt gemaakt, is het belangrijk de alternatieven goed af te wegen en te kijken op welke manier het hoogste rendement behaald wordt. Het gaat immers om de voordelen die het de organisatie in de toekomst kan bieden.

Gert Jan Timmerman, manager Knowledge Center bij Info Support