De cloud is inmiddels volwassen geworden. De voordelen van de cloud zijn ongekend maar niet langer onbemind. Zowel wat betreft mogelijkheden als schaalbaarheid. Cloud-oplossingen worden steeds belangrijker en het aantal groeit hard. Het is een van de belangrijkste drivers van de groei van datacenters. Toch kent de cloud ook zijn beperkingen. Om bij de metafoor te blijven: de cloud bevindt zich hoog in de lucht, en we zien nu dat er behoefte is aan een oplossing die meer down to earth is. Enter fog computing: de schakel tussen IoT-devices en de cloud.
Minicloud
De term fog computing komt dan ook niet echt uit de lucht vallen. Fog computing is bedoeld om dicht bij de bron data te verwerken en een ‘minicloud’ te realiseren. Het volume aan data zal door IoT dusdanig groeien dat beperkingen van bestaande breedband-netwerkinfrastructuren een rol gaan spelen. Daar bovenop zijn veel IoT devices slecht beveiligd en moet de data die zij genereren goed gemanaged worden. Dat kan met een fog node, die in een LAN IoT devices aanstuurt en data ontvangt, verwerkt en opslaat.
Fog voor beter (in)zicht
Fog computing moet dus gezien worden als een laag tussen de devices die data genereren en de cloud-serverparken in datacenters die deze data uiteindelijk opslaan. Die laag is noodzakelijk om snel data te kunnen analyseren en erop te kunnen reageren. Dat is immers één van de grote toegevoegde waarden van IoT: de mogelijkheid om real-time data om te zetten in informatie, bijvoorbeeld voor productieprocessen maar in de toekomst ook in zelfrijdende voertuigen.
Een heel groot deel van die data, bijvoorbeeld over het functioneren van een productielijn, hoeft niet eerst naar de cloud gebracht te worden maar kan beter on premise verwerkt worden door fog computing devices die speciaal daarvoor in het lokale netwerk geplaatst zijn. De resultaten van die analyses worden uiteindelijk in de cloud opgeslagen voor verdere historische analyses die van strategisch of product technisch belang kunnen zijn.
Rookgordijnen voorkomen
Zoals ik hierboven heb aangestipt is de beveiliging van door IoT gegenereerde data binnen netwerken een reden om fog computing in te zetten. Met fog computing wordt als het ware een gecontroleerde laag geplaatst tussen IoT-devices en de buitenwereld. Hierdoor kunnen veel doeltreffender security maatregelen genomen worden in plaats van directe verbondenheid met het internet van ‘not so smart’ IoT-devices.
Het ironische is dat veel IoT-devices de term ‘smart’ meekrijgen. Dat zijn ze in feite helemaal niet. Tenminste, niet als we ze langs een security-meetlat leggen. Ze hebben vaak maar beperkte capaciteiten en zijn daardoor kwetsbaar. De slimme thermostaat in huis kan daardoor ongewild het internet aan de andere kant van de wereld platleggen. Bekend voorbeeld is de enorme DDoS op de DNS servers van Dyn in oktober 2016. Hierbij werden onder meer CCTV camera’s van een Chinese fabrikant gebruikt in een botnet en ook duizenden consumenten apparaten zoals Smart-TVs en DVR’s.
Fog computing is dus, anders dan de term doet vermoeden, specifiek bedoeld om data van IoT-devices transparant en beheersbaar te houden. Of het nu om het operationele aspect van machines of zelfrijdende auto’s gaat. Of om het controleren van de data die deze devices het internet op willen brengen. Zo houden we niet alleen een helder zicht op wat er met data gebeurt. We zorgen er ook voor dat IoT-devices het internet niet afbreken.
Stijn Grove, Directeur Dutch Datacenter Association
