Een paar weken geleden werd ik opgeschrikt door dit bericht: ‘Europa zucht en kreunt onder technologische kloof’. De strekking: driekwart van de Europese ondernemingen vindt dat hun IT-infrastructuur tekort schiet. De prestaties blijven achter, aldus een onderzoek van Colt. Vooral die van het netwerk en de mobiele toegang laat te wensen over. Blijkbaar verwacht ‘de business’ veel meer dan ICT levert. Daar sta je dan als IT-leverancier!
Het is een bekend thema: business en IT praten nog te weinig. En ja, de business wordt steeds meer leidend. Maar wie moet er eigenlijk leiden? Vertelt de business wat er nodig is en heeft IT maar te leveren? Of vertelt IT wat de business allemaal kan met nieuwe technologieën en gaat de business daar in mee? Dat moet allebei, denk ik, en daarna moet de snelheid van IT flink omhoog. Dat wil zeggen de snelheid waarmee IT kan leveren wat de business nodig heeft. Want als de business leidend is, moet IT natuurlijk meteen leveren, de markt eist dat gewoon. En niet, zoals het maar al te vaak nog gaat, pas na weken. Want bij veel bedrijven gaat dat zo: medewerkers hebben een IT-dienst nodig en die moet dan worden aangevraagd bij de automatiseringsafdeling. Er moet een fiat gegeven worden, een leverancier geselecteerd, capaciteit voor worden vrijgemaakt, enzovoort.
Belangrijke pijnpunten zijn volgens het onderzoek van Colt: onvoldoende netwerk- en infrastructuurprestaties, een veel te gesloten netwerk voor verschillende devices en mobiel gebruik. En dan komen we op bekend terrein. Als er iets niet goed gaat, een applicatie reageert te traag, het opvragen van gegevens duurt veel te lang, krijgt het netwerk de schuld. Dat is lang niet altijd terecht. Maar wat dan wel?
De gebruiker klaagt, er gaat een call naar de netwerkbeheerder, er gaat een call naar de applicatiebeheerder en beiden geven aan dat er niets aan de hand is. Zou kunnen, want misschien heeft de gebruiker wel 15 applicaties openstaan die de zaak vertragen. Hier wreekt zich het gebrek aan overzicht en inzicht. Je zou gewoon moeten kunnen zien wat er aan de hand is, zodat je de bottleneck kunt verhelpen. Technisch zijn we zo ver dat dit ook kan en ik denk dat de komende twee jaar de meeste netwerken dit inzicht zullen gaan bieden.
Dankzij dit inzicht kunnen de belangrijkste oorzaken van de ‘technologische kloof’ – trage infrastructuur en achterblijvende netwerkprestaties – aangepakt worden. Daarnaast moet dan nog de mobile toegang (BYOD) worden verbeterd. Toch zijn we er dan nog niet. Als ik de bezwaren van de Europese organisaties goed bekijk dan moet de IT (veel) sneller gaan reageren op de wensen van de business.
Hoe snel? Zo onderhand heeft iedere werknemer wel een smartphone. Wie op die smartphone een nieuwe app wil, kan dat in ‘no time’ regelen: selecteren, akkoord gaan met de aankoop en de app wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zó snel dus!
Als ‘de IT’ zo snel moet leveren, zal er nog wel een en ander moeten gebeuren. Behalve het hier bovengenoemd inzicht zal IT de complexiteit van de IT drastisch moeten verminderen door ‘automatisering van de automatisering’, rekenkracht, opslag en netwerk vergaand te integreren en nog veel meer in te zetten op de cloud. Deze ‘fast IT’ zal er dan voor zorgen dat de vraag boven dit artikel bij niemand meer zal opkomen!
Michel Schaalje (1970), Technisch Directeur Cisco Nederland
