
Projecten zijn primair bedoeld om resultaten op te leveren, dus ook IT-projecten. Het is dan ook niet vreemd dat zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer resultaat wil zien. Een te sterke focus op het resultaat kan echter gemakkelijk tot tunnelvisie leiden, waardoor bepaalde oplossingen over het hoofd worden gezien. Hierdoor wordt bij veel IT-projecten de plank faliekant misgeslagen en krijgen ze al snel het stempel ‘mislukt project’. Is er licht aan het eind van de tunnel of blijkt dat licht een aanstormende trein?
Tunnelvisie wordt wel omschreven als het onvermogen om bepaalde zaken waar te nemen die niet binnen iemands directe belevingswereld liggen. Met andere woorden, de reikwijdte van de mentale blik op concepten en begrippen wordt beperkt tot het eigen aandachtsveld. Dit fenomeen treedt veelvuldig op bij IT-projecten, waarbij de projectleden dan van begin af aan een bepaalde oplossing of projectrichting voor ogen hebben, waar ze vervolgens geconcentreerd naar toe werken. Vaak vergeten ze om zichzelf hierbij regelmatig de vraag te stellen waarom ze de dingen doen zoals ze die doen. Enige andere vorm van reflectie is er ook niet altijd bij. Het resultaat van de tunnelvisie bij IT-projecten is dat nog heel vaak systemen worden opgeleverd die totaal niet aansluiten bij de verwachtingen van de opdrachtgever.
Ik denk zelf dat IT-ers op basis van hun ervaringen en kennis zeker een idee hebben waar de behoefte van de business ligt. Van daaruit maken ze echter te snel de sprong naar concrete oplossingen. In dit kader is er een mooi Engels spreekwoord dat ik jullie niet wil onthouden: “If you jump to conclusions, take a long pole.” Dit wil zeggen dat je nog een keer goed moet nadenken, voordat je tot een eindoordeel komt of een resultaat vrijgeeft. Dé oplossing om de tunnel te voorkomen, is meer discussie. Bij IT-projecten ligt groepsdenken echter op de loer, waardoor men minder kritisch is op het werk dat wordt verzet. Het ventileren van twijfels en tegenspraak zou daarom eigenlijk structureel moeten worden gefaciliteerd en gestimuleerd.
Een goede manier om binnen een project een gezonde kritische houding van de projectleden te krijgen, is het project volgens de agile-methode uitvoeren. Bij de agile-methode worden de ontwikkelaars geacht in een dagelijks werkoverleg, de daily scrum, hun collega’s te informeren over de voortgang die ze hebben behaald. Ieder teamlid beantwoordt de volgende drie vragen: Wat heb ik gedaan? Wat ga ik doen? En wat zijn de problemen? Mede door deze meeting werken de teamleden nauw met elkaar samen en wordt veel kennis uitgewisseld. Sowieso is bij agile sprake van een multidisciplinair team, waarvan de leden veelvuldig met elkaar van gedachten wisselen over blokkades en oplossingsrichtingen. Het voortschrijdend inzicht dat hierdoor ontstaat, zorgt dat de opdrachtgever precies krijgt wat hij wil hebben.
Naast de reguliere meetings die onderdeel zijn van agile werken, kunnen tijdens een project natuurlijk ook gewoon één of meerdere afstemmingsmomenten worden gepland, waarbij de projectleden expliciet wordt gevraagd de waaromvraag te beantwoorden. Het helpt als de projectleden op de een of andere manier wat afstand kunnen nemen van het project, zodat ze met een andere blik naar het project gaan kijken. Een handig foefje hiervoor is de mensen op een andere plek te laten zitten dan waar ze normaal gesproken zitten. Ook met zijn allen onder het genot van een biertje het project kritisch bezien, kan tot zeer verrassende resultaten leiden. Ook het regelmatig toetsen bij de opdrachtgever of men nog op het goede spoor zit, kan helpen om uit de tunnel te blijven en het licht te zien. Want een kritische houding en meer discussie leiden uiteindelijk toch tot de beste afstemming en het meeste draagvlak. Op deze manier hoeft men bij IT-projecten niet bang te zijn voor een aanstormende trein, maar is er dus wel degelijk licht aan het eind van de tunnel.
Eric ten Harkel, COOLProfs