Het buzzword van deze tijd is ‘digitale transformatie’. Merkwaardig eigenlijk, want er wordt al vele jaren digitaal getransformeerd. We bestellen bioscoopkaartjes online voor gedigitaliseerde films die met een digitale projector op het scherm worden getoond, of krijgen deze thuis aangeboden via een on demand dienst. Bij een bekende koffieketen kun je van te voren koffie bestellen die voor je klaarstaat als de zaak binnenkomt, erg handig voor complexe latte’s. In het verlengde van die latte’s: de zuivelindustrie kan nu de gehele keten van koe tot en met de afzet aan de consument monitoren. Dat levert een betere productplanning op en informatie wordt uitgewisseld met de ketenpartners, zodat iedereen snel kan anticiperen op vragen uit de markt.
Achter al deze ontwikkelingen zitten bedrijven – van bank tot fabriek – die zelf ook volop digitaliseren: dit is de vierde industriële revolutie (de drie voorgaande zijn de komst van werktuigen op water- en stoomkracht, massaproductie met elektrisch aangedreven apparatuur en de inzet van elektronica en automatisering).
Voor ons als consument en burger gaat digitale transformatie over een betere dienstverlening en een betere experience. De aanbieder ziet de klanttevredenheid en de omzet stijgen. Die aanbieder moet zelf ook transformeren en doet dat volop met behulp van cloud, big data, analytics, kunstmatige intelligentie, Internet of Things, 3D-printen, en biotechnologie. Ook de veel bediscussieerde opmars van robots hoort in dit rijtje.
Hoe je ook in die discussie staat, digitale transformatie zal onverminderd en ongetwijfeld zelfs versneld doorgaan. En dat geldt ook voor de vierde industriële revolutie. Dat moet ook, alleen al om economisch te overleven. Uiteindelijk komt dit allemaal ten goede aan ons, consumenten en burgers. Werkelijk? Wat hebben we eraan als we dankzij diezelfde technologie onze baan verliezen?
Digitale revolutie levert banen op
Veel te snel wordt gedacht dat dit allemaal banen kost. Het is een bekende tegenwerping, maar ik ben er van overtuigd dat deze omwenteling en transformatie juist banen zullen creëren. Alleen denk ik dat het er veel meer worden dan menigeen denkt. En ook om een ander soort banen gaat dan de obligate data scientists, robotmonteurs en AI-experts waar iedereen het over heeft. Die zijn natuurlijk ook nodig en niet alleen bij de digitaal transformerende bedrijven. Als die bedrijven succes hebben, zijn er ook banen nodig bij allerhande toeleveranciers en binnen de hele partnerketen er omheen. En dat zijn niet alleen maar banen voor (zeer) hoog opgeleiden. Wat ik ook niet in de discussie terugzie is dat al die hoogopgeleiden het zo druk krijgen, dat zij allerlei dienstverleners nodig hebben voor ondersteuning – ook die banen zou je moeten meetellen.
Zonder technologie komt geen organisatie meer verder. Daardoor is het misschien contra-intuïtief, maar in de digitale transformatie zal de rol van de business nog veel groter gaan worden. IT’ers moeten dus nog meer met de business gaan praten dan ze nu al doen. Nu gaat de digitale transformatie ook niet aan de IT-sector zelf voorbij. Het uitvoerende werk wordt steeds verder geautomatiseerd en dat kost banen. Maar daar komen voortdurend nieuwe banen voor in de plaats, zoveel zelfs dat er geregeld een war-for-talent uitbreekt. Het is dermate lastig die nieuwe banen ingevuld te krijgen dat volgens Nederland ICT ‘het ene na het andere IT-bedrijf Nederland de rug toe zal keren’. En dan te bedenken dat die vierde industriële revolutie nog maar aan het begin staat!
Michel Schaalje, Technisch Manager, Cisco
