
Nooit eerder waren er zoveel hulpmiddelen voorhanden die beslissingsnemers in staat stellen beslissingen te nemen. Nooit eerder waren er zoveel data ter beschikking om die beslissingen te ondersteunen. En toch heb ik de stellige indruk dat er nog nooit zo weinig beslissingen genomen zijn als nu.
Het gegeven is bekend: dank zij het principe van ‘big data’ en de databases en tools die daarbij horen, kunnen we verschillende informatiebronnen met elkaar combineren, verschillende types data – gestructureerd of ongestructureerd – met elkaar in verbinding brengen en zoeken naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg. Wat we ook willen zoeken, we zullen er wel een uitkomst voor vinden. We kunnen alles met alles vergelijken en laten correleren. Maar data en tools zijn niet alleen zaligmakend, er komt ook nog een flinke scheut zakelijk inzicht bij kijken, best ook nog aangevuld met een dosis intuïtie en een snuifje gezond boerenverstand.
Dan zou je denken dat er nu wel heel veel beslissingen genomen worden, nu alles voorhanden is. Niets is echter minder waar. Ik heb de stellige indruk dat er nooit zo WEINIG beslissingen genomen zijn. De reden is dubbel: de maatschappij en de economie waarin we leven zijn zo volatiel en zo onzeker dat je minder dan ooit zeker bent dat een beslissing de goede is. Ik merk dan ook bij managers dat ze uitstelgedrag vertonen: ze willen nog meer data om te verantwoorden dat ze gaan doen wat ze willen doen. Want misschien is er nog een klein beetje extra informatie dat een beslissing in een andere richting kan doen wijzen. Dus wordt er nog maar wat extra data in de big data molen gedraaid. En intussen kan het beslissen uitgesteld worden.
Maar er speelt nog wat mee. Met beslissingen is het volgens mij tegenwoordig niet anders dan vroeger: soms komt het er gewoon op aan om een beslissing te nemen, en die dan zoveel mogelijk uit te voeren en eventueel bij te sturen wanneer nodig. En daar is wilskracht en voldoende zelfzekerheid voor nodig.
Ook voor de tijd van big data gold al: het belangrijkste is dat een beslissing genomen wordt en dat de boel vooruit gaat. Of het een goede of een verkeerde beslissing is, doet er in feite niet zo toe. Het belang zit in het nemen van de beslissing en het in beweging zetten van de troepen. Het kan betekenen dat je als leider binnen een kwartaal of twee moet toegeven dat je de verkeerde keuze maakte, maar dat is niet erg, zolang er maar beslist is. Ik heb de stellige indruk dat het veel managers tegenwoordig aan moed ontbreekt. Ze durven geen beslissing nemen. Wellicht dat er tegenwoordig ook daarom zo veel cursussen over leiderschap gegeven worden en ook de boeken over leiderschap als zoete broodjes verkocht worden.
En ik heb geen big data analytics nodig om te merken dat er de overvloed aan leiderschapscursussen evenredig is met het gebrek aan moed en doorzettingsvermogen…
José Delameilleure, directeur van het IT Marketing & Communications departement van Across Technology
Niet voor niets dat Peter Drucker zegt dat de informatierevolutie vooral een managementrevolutie is; de ICT is aankleding, niet de inhoud. En dan kom je inderdaad op de vraag, “wat doen we met al dat gereedschap?”, een vraag waar “management”, als relatief nieuwe discipline, zegge nog duidelijk in de kinderschoenen, maar wat mee in de maag zit. Er zijn dan ook tussen al die managers maar weinig die het echt snappen.
Op het practisch vlak: Begin eerst eens met een duidelijk doel, dat helpt al veel. Sterker, we kunnen ons als samenleving het datagraaien “voor het geval dat” steeds slechter permiteren, want hopen data blijken bijvoorbeeld te kunnen lekken, of onbedoeld verkeerde indrukken te geven, en zo indirect en heel geniepig slachtoffers te kunnen maken. Opgehoopte data is dus gevaarlijk.
Besluiteloos hamsteren is derhalve niet de beste manier om je eigen derriere veilig te stellen, of je bedrijf een dienst te bewijzen.
[…] ergert zich in een artikel op BlogIT aan het gebrek aan wilskracht en zelfverzekerdheid onder managers. Ondanks dat er nog nooit eerder […]