Home Innovatie & Strategie BYOD: niet alle organisaties zijn er klaar voor!

BYOD: niet alle organisaties zijn er klaar voor!

98

Werknemers gebruiken al massaal hun privé smartphones, tablets en laptops voor werk, maar nog lang niet alle organisaties zijn daar klaar voor. Als ze niet snel stappen ondernemen, lopen zij niet alleen securityrisico’s, maar zullen ze er ook steeds moeilijker in slagen goed personeel aan zich te binden. Een overzicht van de obstakels die organisaties uit de weg moeten ruimen.

Maar liefst 85 procent van de Nederlandse werknemers gebruikt al een privé-apparaat voor hun werk, 12 procent zelfs twee. Toch heeft meer dan de helft van de organisaties (55 procent) nog nooit over Bring Your Own Device (BYOD) nagedacht. De andere 45 procent onderneemt wel stappen, maar dat wil nog niet zeggen dat ze er ook al helemaal klaar voor zijn.

Deze cijfers komen uit een Cisco-onderzoek van februari 2012 onder ruim 1000 eindgebruikers en IT-beslissers in Scandinavië en de Benelux. Uit dit onderzoek blijkt dat Nederland het ten opzichte van de andere onderzochte landen vrij goed doet. Waar in andere landen gemiddeld slechts 36 procent van de organisaties werkt aan een BYOD-beleid, is dat in Nederland 45 procent. Dat is niet vreemd, want Nederland is één van de voorlopers in Europa op het gebied van thuiswerken en Het Nieuwe Werken. Niet alleen in de uitvoering daarvan, maar ook qua cultuur.
Maar liefst een kwart (24 procent) van de Nederlandse werknemers vindt dat de mogelijkheid op thuiswerken een recht is.

Nog lang niet alle organisaties zijn klaar voor Het Nieuwe Werken en BYOD. Werknemers accepteren dit niet langer. Uit het onderzoek blijkt, dat maar liefst de helft van de werknemers zich niet houdt aan het IT-beleid van hun bedrijf op deze terreinen. Ze willen gewoon hun werk doen, en daarvoor achten zij het soms noodzakelijk om thuis of onderweg te werken en eigen apparaten te gebruiken, ook al schrijft het IT-beleid voor dat dit niet mag.

Integrale benadering

Om toch op zijn minst ten dele aan de vraag van werknemers tegemoet te komen, hanteren organisaties vaak een gefragmenteerde strategie. Ze stellen bijvoorbeeld webmail ter beschikking, omdat werknemers daar het hardst om schreeuwen, maar bieden niet de mogelijkheid om vanuit huis op alle applicaties in te loggen.

Omdat zo’n fragmentarische aanpak de securityrisico’s alleen maar vergroot, is een integrale benadering te verkiezen. Organisaties moeten op drie fronten hun infrastructuur en de bijbehorende policies op orde brengen:

  1. De eerste stap is het ontwikkelen van een integraal netwerkbeleid dat alle netwerken in een organisatie omvat: bekabeld LAN, draadloos LAN, VPN, WAN en 3G. Dit integrale netwerk moet via één beheerconsole worden beheerd. Daartoe moet deze beheersoftware beschikken over Mobile Device Management (MDM), wat de IT-afdeling de mogelijkheid geeft deze devices centraal te beheren en tevens eenvoudig te controleren of ze aan alle policies voldoen. Daarnaast moet de beheersoftware gebruikers in staat stellen om zelf hun eigen apparaat te voorzien van de juiste instellingen, zonder daarvoor te hoeven aankloppen bij de IT-afdeling.
  2. Het tweede aandachtspunt is de gebruikerservaring. Wanneer medewerkers massaal met hun eigen smartphones, tablets en laptops inloggen op het draadloze bedrijfsnetwerk, moet dit voldoende schaalbaar zijn om al die gebruikers en apparaten te ondersteunen. Bovendien moet de bandbreedte dusdanig zijn dat video op grote schaal kan worden ondersteund. De Cisco Visual Networking Index voorspelt dat de hoeveelheid videoverkeer tussen 2010 en 2015 zal verzesvoudigen, wat voornamelijk gedreven wordt door de toenemende populariteit van videoconferencing en van multicast videostreaming.
    Cruciaal voor de gebruikerservaring is daarnaast ondersteuning van IPv6. Dit protocol maakt naadloze roaming tussen verschillende netwerken mogelijk, biedt betere beveiliging en verbeterde video- en netwerkcommunicatie. Fabrikanten van hardware verwachten, dat in 2016 70 procent van de tablets en smartphones is uitgerust met IPv6. Gebruikers van deze apparaten hebben hier echter niets aan als het netwerk geen IPv6 ondersteunt.
  3. De derde succesfactor zijn beheer- en netwerkmanagementmogelijkheden die niet langer uitgaan van de beschikbaarheid en capaciteit van het netwerk, maar die de gebruikerservaring centraal stellen. Het gaat uiteindelijk immers niet om de prestaties van het netwerk, maar om de applicatie. Om hier inzicht in te krijgen heeft de IT-afdeling nieuwe software nodig die inzicht biedt in de performance van alle applicaties die op het netwerk draaien. Software die bovendien ook meteen inzichtelijk maakt waar het aan ligt als een applicatie traag of helemaal niet reageert: het netwerk, de applicatie, het samenspel tussen beide. Op deze manier kan de IT-afdeling sneller problemen oplossen, wat leidt tot een hogere gebruikerstevredenheid.
    Deze beheersoftware zou daarnaast moeten beschikken over Lifecycle Management, waarmee eenvoudig de volledige netwerkinfrastructuur in kaart kan worden gebracht en in één oogopslag helder is welke onderdelen vervanging, een update of uitbreiding verdienen.

Alleen door op deze integrale manier te kijken naar het netwerk, de daarop draaiende applicaties en de devices die toegang geven tot die applicaties, houden organisaties grip op de veiligheid én performance van hun ICT-omgeving.

Onderneem actie
De tijd van afwachten is voorbij. Uit de praktijk blijkt dat er een groot gat ligt tussen wat organisaties doen om BYOD mogelijk te maken, en hoe werknemers met de door hun organisatie uitgevaardigde richtlijnen omgaan. Als organisaties niet snel in actie komen en hun ICT-omgeving op orde brengen, lopen zij grote (beveiligings)risico’s.

Michel Schaalje (1970), Technisch Manager, Cisco

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in