De opkomst van de applicaties verandert datacenter-modellen. Daardoor veranderen ook de eisen en behoeftes voor het aanbieden van die applicaties. Applicatielevering moet ‘agile’ zijn. Services moeten in uren kunnen draaien, niet in weken of maanden. Het moet goedkoper, of op zijn minst ‘kosten-efficiënter’, en het moet volledig gericht zijn op de applicaties zelf.
Dit geldt met name voor de services die nauw verbonden zijn met de applicatie, zoals de services voor caching, load balancing, web app security en performance. Deze zijn direct gerelateerd en moeten dus dicht op de applicatie zelf zitten. Soms zelfs fysiek. De applicatieservices worden omschreven als ‘per-app’. Ze worden uitgerold op een ‘per applicatie’ basis.
Het betekent dat ze net zo agile en aanstuurbaar moeten zijn als de applicaties die ze leveren. En het betekent dat ze meer moeten zijn dan gewoon software, ze moeten in DevOps-achtige omgevingen passen die de dev en de ops in de software-defined datacenters overnemen.
Er zijn vijf belangrijke eisen voor services om in een software-defined datacenter te passen, en om de stap van traditioneel naar een software-defined, meer cloud-gericht datacenter model te maken.
- Per applicatie services
Services als load balancing, caching en performance-verbetering moeten in een highly distributed, applicatiegerichte omgeving passen. Dit verzekert isolatie, zodat fouten beperkt blijven tot een enkele applicatie-stack. Een ‘per applicatie’-model garandeert tevens een gedetailleerde aansturing en monitoring van de specifieke applicaties, wat vervolgens weer betere zichtbaarheid oplevert in de performance. Zeker als applicaties bestaan uit meerdere microservices op verschillende momenten.
- Lichtgewicht footprint
De groei van applicaties, vanuit het perspectief van zowel mobiele applicaties als microservices-architectuur, betekent dat organisaties meer met minder moeten doen. Er zijn minder middelen beschikbaar en een lichtgewicht servicemodel is nodig om efficiënt gebruik te maken van de nog wel aanwezige middelen. Een kleine footprint voor applicatieservices verbetert ook service-dichtheid en stelt alle services en applicaties in staat te profiteren van de beveiliging, schaalbaarheid en performance die ze verdienen en die van ze gevraagd wordt vanuit de business.
- Orchestratie-vriendelijk
In een geautomatiseerde omgeving, aangestuurd middels een DevOps-benadering, is het van belang dat applicatieservices beschikken over orchestratie-vriendelijke API’s en templates. Dit is nodig om eenvoudige integratie te verzekeren met de tools en frameworks die worden gebruikt om de uitrol te orchestreren via continuous delivery (CD). Deze API’s maken dan ook automatisch opschalen en naar beneden bijstellen mogelijk.
- Meervoudig VM-ondersteuning
Applicatieservices moeten niet alleen software ondersteunen, maar binnen een software-defined datacenter ook uiteenlopende hypervisors. Ondersteuning voor VMware, Citrix, Microsoft en KVM is een must. Organisaties die nu voor een platform hebben gekozen, kunnen daar in de toekomst anders over gaan denken.
- Kosten-effectief
Er kunnen in een software-defined datacenter wel duizenden services en applicaties zijn die per-applicaties services nodig hebben. Het serviceplatform om deze applicatieservices te bieden moet meegroeien en -krimpen met de vraag. Hiervoor zijn abonnementen en licenties op basis van gebruik nodig die voor schaalvoordelen zorgen.
De applicatiewereld groeit. Mobiel, microservices en IoT vereisen veel van DevOps en software-defined datacentermodellen. Applicatielevering moet zich hieraan aanpassen en verzekeren dat alle applicaties en services kunnen meegroeien en beveiligd worden in de meest efficiënte en kosten-effectieve manier. Dat betekent programmeerbare software-oplossingen.
Wim Zandee, pre sales manager North & East EMEA bij F5 Networks
