Nederland heeft een sterke positie in de online wereld. Het ecosysteem rond de AMS-IX, de grootste internet exchange ter wereld, heeft Nederland in circa 10 jaar uit het niets een nog steeds groeiende online sector opgeleverd die goed meedoet in de Europese top. Die groeiende online sector schreeuwt om goed opgeleid personeel. Uit eigen ervaring weet ik hoe lastig het is om als service provider geschikte kandidaten te vinden voor netwerkbeheer of service management.
Dat staat in schril contrast met een kop in de AutomatiseringGids begin deze maand : ‘Aantal werkloze IT’ers nadert de 13.000’ . Onder die bijna 13000 werkelozen heeft maar liefst 60 procent een HBO opleidingsniveau. Je zou zeggen: genoeg aanbod voor de vraag uit de online wereld. Hoe valt dat groeiend leger werkelozen dan te verklaren?
Er is naar mijn mening een groeiende mismatch in competenties. De ICT sector en het ICT onderwijs kunnen maar langzaam wennen aan de verstrekkende consequenties van de omslag van offline naar online. Bedrijven stappen over van zelf doen naar het gebruik van kant- en klare diensten van service providers of “uit de cloud”. De hardnekkige misvatting is dat ICT in de online wereld meer van hetzelfde is, ouderwetse IT in een nieuw jasje. Er zijn zeker overeenkomsten, maar de verschillen zijn groter. Zoals mijn collega Peter van Eijk het in onze workshops over risk management zo mooi omschrijft: “Online service providers doen ogenschijnlijk nog steeds hetzelfde als vroeger, maar dan compleet anders”.
In de on-premise wereld gaat IT, in grote lijnen, als volgt. De business analist inventariseert de IT behoeftes van de organisatie. Architecten en ontwerpers vertalen die naar architectuur en technische oplossingen. Projectleiders en technici integreren aangekochte soft- en hardware tot systemen. Het resultaat wordt overgedragen naar een ICT afdeling die het beheer voert of uitbesteedt naar een externe partij. De rollen en functies zijn in de loop der tijd uitgekristalliseerd en overzichtelijk ingedeeld, met bijbehorende opleidingen en certificaten.
In de online wereld gaat het er anders aan toe. Het proces begint bij software bouwers en service providers die online diensten continue ontwikkelen, verbeteren en leveren op basis van hun eigen visie op de markt en gebruik. Business analisten zijn bij service providers niet nodig, de besten richten zelf zo’n online bedrijf op. Thema’s als schaalgrootte, standaardisatie, continue ontwikkeling en release vormen de basis voor hun bedrijfsmodel. Projecten zijn ondergeschikt aan het proces van continue verbetering en ontwikkelingen. ITIL wordt ISO2000, kwaliteit en veiligheid zijn geen taken van een stafafdeling meer maar zijn onderdeel van het kernproces. De organisatie van een service provider is alleen van ruime afstand nog te vergelijken met de ICT afdeling van vroeger.
Service providers zijn meest kleine, innovatieve en slagvaardige bedrijven met een 7×24 service mentaliteit. Dat komt omdat in de online wereld elk bedrijf even ver verwijderd is van de klant, fouten worden uitvergroot en overstappen veel makkelijker is dan vroeger. Waardoor alleen de besten de uitdaging aankunnen. Dat stelt hoge eisen aan het personeel. Providers willen goed opgeleide mensen met passie voor het vak en met de bereidheid om er voor de klant te zijn als het telt. Technisch personeel draagt verantwoording voor systemen die bij falen steeds vaker het journaal halen. Een netwerk beheerder in de enterprise omgeving deed het LAN, en misschien het WAN. Die bij een service provider heeft de verantwoording voor complexe, redundante, gevirtualiseerde en door software gedreven netwerken met duizenden poorten. Een systeembeheerder bij een beetje provider beheert duizenden in plaats van tientallen servers. Vroeger mochten zulke beheerders pas na 15 jaar ervaring aan de knoppen draaien, in de online wereld zitten de beste net afgestudeerde HBO-ers meteen in het team.
De toenemende vraag naar zulke hoog opgeleide specialisten is een kans, maar door de tekorten ook een bedreiging voor de groei van de online sector. De trend wordt binnen het ICT onderwijs nog maar mondjesmaat opgepakt. Nog geen enkele opleiding heeft curriculae die specifiek gericht zijn op de thema’s in de sector. Om succesvol te kunnen blijven meedoen in de online wereld moet er dus snel iets veranderen. Allereerst wordt het tijd om de carrièrekansen in de online sector beter onder de aandacht te brengen. De DHPA is met het programma ‘De cloud is cool’ gestart om groeiende online sector te promoten binnen- en buiten het onderwijs.
De MBO en HBO opleidingen moeten in actie komen door te gaan werken aan een nieuwe invulling van specialisaties die beter moeten aansluiten bij de vraag vanuit de veeleisende online sector. Een intensieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijven in de vorm van docentenstages is nodig om docenten bij de les te kunnen houden, en, zolang gerichte curriculae nog niet bestaan, kennis uit het bedrijf voor de klas te kunnen brengen. De gewenste specialisatie moet ook te zien zijn in de organisatie van de onderwijsinstellingen. Het initiatief van het Zadkine en Albeda voor de terugkeer van de gerichte beroepsopleiding is dan ook toe te juichen.
Ook de overheid moet haar duit in het zakje doen om bij- en omscholing van de werkeloze ICT-ers mogelijk te maken. Met de juiste financiële middelen kunnen platforms, brancheorganisaties en het onderwijs dit samen inrichten. Het is te hopen dat deze bewegingen snel op gang kunnen worden gebracht. Zodat we de groeikansen in de online sector kunnen blijven benutten en de sterke internationale positie van Nederland in de online wereld kunnen vasthouden.
Michiel Steltman, directeur DHPA
Zeer sterk stuk Michiel! Kan ik alleen maar achter staan.
En als je ziet wat het ecosysteem rond de AMS-IX ons opbrengt, dan is het een no-brainer dat op dit soort zaken hard moet worden ingezet, zo blijft Nederland een speler van formaat en kan er blijvend geld verdiend worden.