Onlangs las ik in het NRC Handelsblad dat de ministers Blok en Asscher hebben besloten dat de Nederlandse overheid weer 2.000 schoonmakers in dienst gaat nemen. Daarmee stopt de overheid met uitbesteding. De eerste schoonmakers komen in dienst in 2016, omdat de contracten met de schoonmaakbedrijven dan pas aflopen. Als belangrijkste argument wordt genoemd dat daarmee de arbeidsomstandigheden van de schoonmakers verbeteren. De vraag die voorligt is: gaat de overheid ook voor informatie technologie kiezen voor backsourcing? Komt er dan toch nog een Rijks Computer Centrum 2.0, of voor de oudere lezers een Rijkscentrale Mechanische Administratie 3.0?
Op zich is backsourcing van IT-services voor de Nederlandse overheid nog niet eens zo’n gekke gedachte. De schaalbaarheid is ruim voldoende om zelf een kostenefficiënte dienstverlening te kunnen verzorgen. Het is ook goed voor de werkgelegenheid in Nederland. In overheidsland wordt ook vertrouwelijkheid vaak als een belangrijk argument genoemd om niet uit te besteden of om te backsourcen. De geldigheid van dit argument blijft echter beperkt tot zaken die van landsbelang zijn. Ik zou er niet blij van worden als ik mijn belastingaangifte in de zaterdagkrant zou kunnen teruglezen, maar dat geldt ook mijn banksaldo. In dat opzicht verschilt de overheid niet van een commerciële financiële instelling. Wellicht is deze analogie slecht gekozen met al onze staatsbanken, maar bij een commerciële financiële instelling is vertrouwelijkheid minder dominant in de sourcing discussie.
Ook de arbeidsomstandigheden van de IT-professionals in Nederland en daarbuiten zijn echter niet in het geding. Verder zorgen de technologische ontwikkelingen en het belang van innovatie voor IT-dienstverlening voor een dynamiek die niet vergelijkbaar is met de schoonmaakbranche. De afgelopen decennia zijn de schoonmaakcontracten van hand tot hand gegaan. Er is geen verschil tussen schoonmaakbedrijf X en schoonmaakbedrijf Y. Indien een contract niet verlengd werd, traden ook de schoonmakers in dienst bij het nieuwe schoonmaakbedrijf. Tot slot moet de Nederlandse overheid zich afvragen of ze voldoende in staat is om een IT shared service center te besturen.
Het uit de grond stampen van een shared service center kost tijd en vraagt veel aandacht en inspanningen. Het zal niet eenvoudig worden om hier een sluitende business case voor te maken. Daarom is het niet logisch dat de Nederlandse overheid in analogie met de schoonmaakbranche gaat kiezen voor backsourcing van IT-services.
Prof. dr. Erik Beulen, Universiteit van Tilburg en houder van de KPMG Global Sourcing leerstoel