Home Arbeidsmarkt & Onderwijs De sociale functie van informatica

De sociale functie van informatica

82

In 1983 waren er op de TH Delft (nu TU, een wettelijk naamswijziging die sneller doorgevoerd was dan die op de Katholieke Hogeschool Tilburg) nog geen afgestudeerden in de informatica. Er waren geen PC’s en compileren deed je in de batch op het mainframe. Je kreeg een maximum op het aantal runs! Om achter een amber terminal plaats te mogen kunnen nemen moest je je ruimschoots vooraf inschrijven op een enorm papieren rooster. En dan moest je geen pech hebben, voor in de zaal hing een verlicht bord met twee opties in fel rood en groen: Amdahl up en Amdahl down. Those were the days.

De nieuwigheid van de studie (laat ik het woord cowboystudie eens laten vallen) leidde tot een samenstelsel van vakken dat vandaag-de-dag een stuk minder herkenbaar zal zijn als IT. Te veel wis- en natuurkunde (samen goed voor 32 uur per week), leuk op de middelbare school maar voor hen die iets met computers wilden zonde van de tijd en de moeite. Algoritmen, compilerbouw en digitale techniek werden beter gewaardeerd. En zo ontstond er voor je gevoel een scheiding tussen vakken die ertoe deden en vakken die erbij werden gegeven omdat ze beschikbaar waren en de tijd gevuld moest worden. De informatica had nog een lange weg te gaan, hoewel de kleurrijke Professor Herschberg een hoop goed maakte.

Tussen de gedoceerde vakken was er één met de illustere naam “de sociale functie van de informatica”. Als rechtse techneut vond ik dat meer iets voor de Sociale Academie. Computers waren vooral bedoeld om saai herhalend werk met een constante kwaliteit over te nemen en dit ging uiteraard ten koste van banen. Wat we toen niet voorzien konden was dat er juist veel nieuwe banen mee zouden ontstaan en dat het dus eerder om een andere inzet van mensen zou gaan. Als ziener heb ik nooit gedeugd. In 1994 maakte ik kennis met het world wide web en sprak “dat internet, dat wordt nooit wat”. Waarvan nota. Voor mij had een baan in de informatica wel degelijk een sociale functie: ik verwachtte met mijn hobby interessant werk op niveau met een goed salaris te vinden.

In 1983 was die studie drie maal overschreven. Nu is de interesse voor het vakgebied laag. Hoe is dat gekomen? Waar zit die stoffigheid? Architecten hoeven met hun ervaring niet bang te zijn voor extra concurrentie. We hebben juist goede mensen nodig! Hoe gaan we die verleiden?

Hans van Buuren, Gemeente Architect Gemeente Amersfoort

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in