Ik bezocht onlangs mijn bank voor advies. Toen de medewerker begreep dat ik in de IT actief ben, liet hij me eerst op zijn beeldscherm een applicatie zien: een keurig en functioneel opgemaakte Siebel-pagina. Maar als de bankmedewerker écht iets wilde doen, bijvoorbeeld bepaalde transacties doorvoeren, moest hij naar een ander scherm.
Ik herkende meteen het karakteristieke mainframe scherm, mijn adviseur dacht trouwens dat het MS Dos was… De medewerker moest met de oude, maar onder ervaren IT’ers bekende, drie-letterige instructies opdrachten intypen. Techniek van vóór de introductie van de muis. Letterlijk.
De mededeling van staatssecretaris Eric Wiebes, dat de systemen van de Belastingdienst gebaseerd zijn op een IT-omgeving uit 1968 verbaast me dan ook niet.
Weinig branches en sectoren ontwikkelen zich zo snel als de IT – maar toch hebben veel ondernemingen na de aanschaf of aanbesteding van (onderdelen van) de IT-omgeving het gevoel iets voor de eeuwigheid gekocht te hebben.
Waarom wordt niet elke drie of vijf jaar de complete stack geëvalueerd? Een soort APK, wellicht zelfs uitgevoerd door een externe auditor? Bij die audit wordt dan niet alleen naar de specifieke omgeving gekeken, maar wordt die ook nadrukkelijk gespiegeld aan een benchmark.
Bij andere bedrijfsmiddelen gebeurt dat wel. Een externe adviseur (makelaar) geeft informatie over de courante huren voor kantoorruimte. HR-specialisten weten alles over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en hoe die vertaald kunnen worden binnen een onderneming. Bedrijven kunnen sturen op mobiliteit, op zuinige en moderne auto’s.
Alleen de zware IT-legacy, dat zijn systemen en applicaties van vorige generaties, lijkt het eeuwige leven te hebben. De systemen zijn groot, ze zijn duur, maar: “het is het hart van onze dienstverlening”. Je komt deze houding tegen bij grote organisaties als banken, verzekeraars en, blijkt uit de woorden van Wiebes, ook bij de overheid.
IT-erfenis
Groot en duur is echt niet meer nodig. Aanwezige IT-legacy staat daarmee op gespannen voet. Je kunt niet van het ene op het andere moment die legacy uitzetten. Het is wel mogelijk gecontroleerd te vervangen en verder te ontwikkelen. Je kunt in overzienbare en controleerbare stappen moderniseren. Dat voorkomt de situatie waarin veel ondernemingen nu zitten: dat er geen of slechts heel dure specialisten te vinden zijn voor het beheer van de legacy of de ontwikkeling van nieuwe applicaties. Al het geld dat uitgegeven wordt aan het in de lucht houden van verouderde systemen, is niet beschikbaar voor innovatie!
Wat kan dan het voordeel zijn van een APK? Het had de (decentrale) overheid veel geld en werk kunnen besparen. Iedereen wist bijvoorbeeld al jaren dat Microsoft de support op Windows XP zou stoppen, toch zijn er nog meer dan 10.000 overheidscomputers niet bij de tijd. Een open deur? Ja, maar waarom is er dan niet op geanticipeerd en gehandeld?
Een APK vermindert de faalkosten en stimuleert innovatie. De kop in het zand steken helpt niet: IT moet meegroeien met de eisen en wensen van gebruikers en klanten.
Jan Mulder, consultant Transformation Services bij TM7