De Oranje leeuw bijt van zich af. Na de voorronden heeft Oranje haar eerste wedstrijd achter de rug. De strijd om de kaartjes is in alle hevigheid losgebarsten. Er is maar een vraag waar heel Nederland zich druk mee bezig houdt; Gaan wij de finale halen of niet? Het zijn onze jongens die van zich af moeten bijten. Duitsland, Frankrijk, Spanje, ze hebben nog heel wat wedstrijden te gaan. In de media hebben we allen mee kunnen leven met de uitdagingen van de bondscoach. Wordt het Van Persie of Huntelaar? Met 16 miljoen andere coaches is het meten en zweten voor de bondscoach. De teams uit de andere landen doen er alles aan om de Leeuw van Oranje te temmen.
Ons elftal traint heel het jaar door om er klaar voor te zijn. Want het EK win je niet zomaar. Daar gaat een goede voorbereiding aan vooraf. Maar hoe doe je dat? Welke strategie? Welke opties? De rol van de bondscoach is duidelijk, net als de strategie die zich manifesteert in de opstelling. Duidelijkheid en herkenbaarheid voor de sponsoren, en alle andere 16 miljoen coaches. Het resultaat is een onomkeerbaar bewijs van de kwaliteit van de strategie. De coach doet wat het publiek mag verwachten van hem.
De dynamiek die tijdens de voorbereiding van het EK heerst, doet mij denken aan de culturele en politieke uitdagingen waar veel projecten mee te maken krijgen. Na eindeloze uren van ontwikkeling, debatten en bijeenkomsten moet het testen het ultieme bewijs leveren, dat wat gevraagd is daadwerkelijk ook opgeleverd gaat worden. Is de functionaliteit in lijn met de business requirements? In veel opzichten lijkt zo’n aanpak op die van het EK. We zien dezelfde uitdagingen en keuzes die gemaakt moeten worden. Wie doet wat? Welke strategie? En hoe overtuig ik de sponsors dat we het gaan redden? Maar vooral: hoe te zorgen dat alle stakeholders tevreden zijn.
Net als de bondscoach moet hij zijn “jongens” voorbereiden en de aanpak testen. Er is echter een groot verschil tussen een voetbalwedstrijd en een projectoplevering. Aan de voorbereiding van de testfase is lang gewerkt en veel geïnvesteerd. Een wedstrijdopstelling kun je zo veranderen, maar een bestaande testorganisatie verander je niet zomaar, terwijl de verwachtingen ook hier heel hoog zijn.
In een groot project kunnen wij het ons niet veroorloven om penalty’s te missen of een verkeerde opstelling te kiezen. Maar de huidige manier van testen biedt slechts beperkte mogelijkheden om veranderingen in bestaande structuren te implementeren. De traditionele testmethoden lenen zich onvoldoende voor een dergelijk competitieve opzet. Het (cyclische) proces van ontwikkelen, acceptatietesten en hertesten duurt lang en is kostbaar. Alles lijkt om de strategie te draaien. Als we maar blijven testen dan komt het wel goed, is het adagium.
Op termijn is dat alleen niet meer houdbaar, we moeten het testen vanuit een ander perspectief bekijken. Er is duidelijk behoefte aan vernieuwing van de traditionele fasering van het testtraject.
HET NIEUWE TESTEN
Het nieuwe testen, Nu geen handboeken vol theorieën of methodieken, maar meer luisteren naar wat ons publiek wil. Niet vanuit de methodiek redeneren maar de wens van de klant centraal stellen en een emotionele band met hen opbouwen. De spelregels vormen de kaders en de opstelling is dan slechts een uitwerking van de keuzes die gemaakt worden. Net als bij het voetbal moet niet enkel de teststrategie, maar met name de wens van de klant doorslaggevend zijn voor het uiteindelijk te behalen succes!
En nu maar hopen dat de bondscoach goed heeft geluisterd naar al die andere coaches van Nederland…
Hup Holland!
Aniel Misier, Test consultant Newspark BV