
Na Schiphol en de Rotterdamse haven is de digitale infrastructuur de derde mainport van Nederland en daarmee essentieel voor de groei van de Nederlandse economie, zo blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van AMS-IX, Deloitte, de DHPA, ECP en Rabobank. Onder digitale infrastructuur verstaan de onderzoekers: housing, hosting en connectiviteit. Datacenters zijn de levensader van onze digitale economie.
Datacenters zijn niet echt sexy. Een betonnen bunker op een verlaten bedrijventerrein, een hoog hek met prikkeldraad er omheen en op elke hoek een camera. Als je bovendien één datacenter van binnen hebt gezien, dan heb je ze allemaal gezien, zo hoor je wel eens. Ik ben het daar natuurlijk niet mee eens. Wij zijn trots op onze eigen datacenters en als het gaat om de inrichting, het energiegebruik, de koelingstechniek enzovoorts, dan kun je zelf wel degelijk nog eigen accenten aanbrengen. De techniek om datacenters steeds verder te optimaliseren staat bovendien niet stil.
Hoe ziet het datacenter er in 2025 uit? Fabrikant Emerson deed onderzoek onder experts. Datacenters zullen verschillende energiebronnen gebruiken. Zonne-energie staat bovenaan, gevolgd door vrijwel een gelijke verhouding aan kernenergie, aardgas en wind. Tweederde van de berekeningen in het datacenter zullen in de cloud worden uitgevoerd. 43 procent van de experts verwacht dat datacenters zelfherstellend en zelfoptimaliserend zullen zijn. Conclusie: de industrialisatie van het datacenter staat pas in de kinderschoenen. Het zal het grote publiek worst wezen. Een datacenter wordt pas trending topic als het wordt geassocieerd met sexy bedrijven als Apple, Google, Facebook of Instagram.
Zo maakt Facebook de blits met een Power User Efficiency (PUE) van 1.07 in het datacenter in het Zweedse Luleå. Dat is akelig dicht bij het theoretische minimum van 1. Er wordt dan geen elektriciteit meer ”verspild”. Als Google aankondigt een nieuw Europees datacentrum te gaan bouwen in de Eemshaven in Groningen, is dat ook breaking news. Het gaat dan ook om een investering van 600 miljoen euro. Het datacenter, dat een oppervlakte van veertig voetbalvelden beslaat, moet ruimte bieden aan vele tienduizenden servers die het internetbedrijf nodig heeft om diensten als Gmail in de lucht te houden.
Naast de betrouwbare energielevering en de aanwezigheid van goed opgeleide ICT-ers en technici, heeft Google voor Nederland gekozen omdat het op een wereldwijd internetknooppunt ligt. Elf van de vijftien zeekabels voor digitaal verkeer tussen Amerika en Europa lopen via Nederland. Saillant detail: het datacenter komt wel te liggen aan de rand van Groningen, ‘waar wel eens lichte aardbevingen zijn’. Een mooi eufemisme. De ontwerpers van het datacenter zullen hier ongetwijfeld rekening mee houden. De eigenaar van een monumentenpandje in de binnenstad van Groningen heeft geen keus meer. Hij vreest met grote vreze.
Neem dan de inwoners van Silicon Valley, die hebben volgens seismologen écht wat te vrezen. Dwars door Californië loopt een van de meest actieve breuksystemen op aarde: het San Andreasbreuksysteem. De laatste zware aardbeving (7.0), oftewel de Great San Francisco Earthquake, deed zich voor in 1868. Seismologen schatten dat zich op deze breuk ongeveer elke 140 jaar een zware aardbeving voordoet. In voetbaltermen: alle 6,7 miljoen inwoners in de Bay Area spelen al vanaf 2008 “in blessuretijd”. Dat geldt echter niet alleen voor de burgers, maar ook voor de beheerders van alle datacenters in Silicon Valley. En wat te denken van de facility managers van de befaamde Stanford University en de hoofdkantoren van Apple, Facebook en Google? Toch zal het jaartal 1868 echt niet dagelijks door hun hoofd spoken.
Of iemand zich veilig of onveilig voelt, dat blijft uiteindelijk een subjectief gevoel. Gelukkig zijn er oerdegelijke bedrijven, zoals het in 1915 opgerichte Grontmij, die dergelijke gevoelens kunnen objectiveren door veiligheidsrisico’s meetbaar en hanteerbaar te maken. Zo maakt het advies- en ingenieursbureau, met het hoofdkantoor in De Bilt, sinds kort de aardbevingsrisico’s in Noord-Nederland inzichtelijk. Grontmij heeft al veel internationale ervaring met aardbevingsrisico’s opgedaan in onder andere Turkije, Kabul en China. In China werd het aardbevingsbestendige New Energy Centre in Wuhan gerealiseerd.
Grontmij start het onderzoek naar aardbevingsrisico’s in Groningen met een risicoanalyse gevolgd door een seismologisch en geotechnisch onderzoek. De resultaten worden met een eenvoudige berekening of met 3D-computermodellen geanalyseerd, waarmee de gevolgen van een aardbeving op de constructie van het gebouw worden vastgesteld. Dit levert big data op. Grontmij heeft dus vooral een grote behoefte aan storagecapaciteit, colocatiediensten en connectiviteit. Het delen van de resultaten met collega’s wereldwijd gebeurt tegenwoordig via Hosted Lync.
Ben benieuwd of Google’s CEO Larry Page al contact heeft opgenomen met de seismologische experts van Grontmij in De Bilt. Er kan namelijk wel “niets boven Groningen gaan”, maar onder Groningen blijft het toch rommelen…
Martijn ten Kate, sales director Enterprise Cloud Services bij Interoute