Op de camping in Spanje waar ik dit jaar op vakantie was, is alle jeugd – en dan ook echt alle jeugd – van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig met mobieltjes. Het mobieltje blijkt voor hen ook onmisbaar om voortdurend te weten waar al hun vrienden en vriendinnen uithangen. Ook voor mijn kinderen was er geen ontkomen aan. Aangekomen op de camping was hun eerste vraag of ik meteen maar een wifi-abonnement wilde nemen, want ze weten dat roaming peperduur is. Roaming kan dus echt niet.
Natuurlijk heb ik zelf ook mijn smartphone gebruikt, maar in alle eerlijkheid alleen af en toe: nieuws, wat sportuitslagen en 1 à 2 keer per dag kijken in mijn mail of er nog iets urgents was waar ik op moest reageren. Daar is het dan bij gebleven, want ik ben echt wel op vakantie geweest. Bovendien had ik mijn vrouw aan mijn zijde en om haar te vinden had ik geen smartphone nodig. Nu moet ik zeggen dat die onafscheidelijke mobieltjes van de kinderen voor de ouders een onverwachte zegen zijn. Als je ’s avonds laat op zoek gaat naar je kinderen – ook op vakantie moeten die op tijd naar bed – heb je ze zo te pakken, dank zij het schermpje dat hun gezichten mooi oplicht. Overigens was de kwaliteit van de Spaanse mobiele provider goed, maar het wifi-netwerk op de camping had echt wel wat beter gekund. De kosten van het abonnement, pakweg dertig euro voor twee weken, konden er net mee door.
Op de camping waren er ook de nodige volwassenen die voortdurend met hun iPad in de weer waren. De communicatiemogelijkheden van een tablet of smartphone maken het ook wel erg makkelijk om met het thuisfront in contact te staan. Denk maar aan oudere kinderen die absoluut geen zin meer hebben om met hun ouders op vakantie te gaan en thuis mogen blijven. Elke dag even face-to-face contact – videoconferencing met thuis als het ware – doet dan wonderen voor het contact. En voor de controle natuurlijk. Daar kan geen telefoontje tegenop.
Het echte telefoneren is trouwens duidelijk op zijn retour. De mobiele operators klagen er steen en been over. Ik heb het nu ook echt om me heen kunnen zien, bijna niemand belt meer. Het is allemaal dataverkeer geworden, chat, whatsapp, noem maar op. Dit verschijnsel heeft ook tot gevolg, dat als we met onze tieners rondreden en ze ergens een streepje gratis wifi zagen, meteen de vraag kwam of we even konden stoppen. Daar gaven we natuurlijk niet altijd gehoor aan. Tenzij er een goede ijssalon in de buurt zat, want daarvoor wil ik zelf nog wel stoppen!
Roaming nog steeds kostbaar
Zoals gezegd is roaming erg duur, zelfs na de recente, door Kroes afgedwongen prijsverlagingen. Steeds meer mensen realiseren zich dit (ongetwijfeld wijs geworden na de vorige vakantie) en vermijden roaming als het even kan. Ze zoeken liever even naar een gratis hotspot en die zijn er ook in het buitenland volop. Er zijn geen technische redenen voor de hoge prijs van roaming. De netwerken zijn allemaal naadloos met elkaar verbonden. Die hoge prijs moeten we opvatten als tol op de digitale snelweg.
Onder druk van de Europese Commissie komt er volgend jaar er nog een forse prijsverlaging, maar het is de vraag of dat genoeg is. De eerste provider die hier slim op weet in te spelen kan klanten terugwinnen, want er zijn wel veel hotspots, maar niet overal. Dat merk je ook als je ergens onderweg informatie zoekt, bijvoorbeeld een leuk restaurant. Daarvoor moest ik dan toch roaming aanzetten. Maar zodra ik de gevraagde info heb, gaat roaming meteen weer uit.
Nog niet zo lang geleden beperkte de communicatie op vakantie zich tot een keer per week in de rij staan voor een telefooncel in afwachting van contact met het thuisfront. Allemaal niet meer nodig dankzij social media en ‘videoconferencing’ met thuis. We kunnen ook overal foto’s maken en die meteen met het thuisfront delen en op Facebook zetten voor vrienden en familie. De ‘connected world’ is hiermee ook op vakantie realiteit geworden.
Michel Schaalje (1970), Technisch Manager, Cisco
jes