In de cloudwereld concurreren verschillende grote bedrijven. Denk daarbij aan AWS, Azure, Google en Alibaba. Ze proberen elkaar af te overtreffen in het bieden van de meest innovatieve diensten en krachtigste nieuwe features. Deze vier bedrijven leveren in de basis dezelfde set functionaliteiten, waarin computing, storage en netwerkcapaciteit de basis vormen. Dit gecombineerd met tools voor development.
Met dit laatste kunnen bedrijven applicaties ontwikkelen, onderhouden en schalen. Hierbij maken ze gebruik van virtualisatietechnologieën en application programming interfaces (API’s) om processen te stroomlijnen. En om interconnectiviteit te bieden tussen applicaties en platformen.
Ondanks de duidelijke overeenkomsten, zijn er ook aanzienlijke verschillen tussen hoe deze cloud-serviceproviders te werk gaan. Op het gebied van data- en andere opslag lopen de strategieën het meest uiteen. Zo bieden alle concurrerende cloudplatformen standaard object- en blockstorage. En slechts beperkte file-based support. En hoewel op het eerste gezicht er veel functies hetzelfde lijken, heeft elke aanbieder zijn eigen beperkingen, benaderingen en complexe lagen.
AWS heeft bijvoorbeeld een tijdelijke opslag die bij de start van een instance wordt aangemaakt. En weer wordt verwijderd wanneer iemand de instance beëindigt. Verder biedt AWS blockstorage dat te scheiden of koppelen is aan een instance. Daarnaast is er een mogelijkheid tot objectstorage in combinatie met S3 en data-archiving-services met Glacier als een aparte service.
Azure biedt blockstorage via Page Blobs voor VM’s terwijl Block Blobs en Files de objectstorage regelen. Google heeft vergelijkbare opslagopties als AWS. Maar: alle drie de bedrijven gebruiken hun eigen API’s. Dit betekent dat veel van de opslagautomatisering- en managementfeatures niet werken met verschillende clouds.
Multi-cloudtoekomst langzaam realiteit
Zoals elke leverancier, zouden cloudproviders het liefste zien dat klanten alleen gebruikmaken van producten uit hun eigen assortiment. Daarom proberen ze zoveel mogelijk om dezelfde features te bieden. Maar de multi-cloudtoekomst wordt langzaam realiteit. Dat zien we terug in de trend dat applicaties steeds vaker verschillende cloudplatformen kunnen gebruiken door technische voordelen of omdat verschillende bedrijven eigenaar zijn van aparte onderdelen van een gezamenlijk platform. Bovendien blijkt uit een recent onderzoek van Forrester Consulting dat 86 procent van de grote bedrijven al een multi-cloudstrategie heeft.
Ook kijken bedrijven steeds meer naar alternatieven van derde partijen die de beperkingen wegnemen die clouds hebben op het gebied van data en opslag. Met bijvoorbeeld de Cloud Data Services van NetApp kunnen bedrijven het werken in een multi-cloudomgeving vereenvoudigen door consistent databeheer in verschillende omgevingen. Op deze manier is het mogelijk om dezelfde processen en tools te gebruiken waar data ook wordt gekloond, geback-upt en hersteld. Daarnaast biedt een eenduidig dataformat meer flexibiliteit in de manier waarop data is beveiligd en wordt gedeeld via verschillende omgevingen.
Zoveel clouds, zoveel eisen
Een multi-cloudbenadering levert het grootste voordeel op voor developers die kunnen voorkomen dat ze verstrikt raken in het net van verschillende opslagvereisten van cloudleveranciers. In plaats daarvan kunnen ze zich richten op het ontwikkelen van applicaties. Een bijkomend voordeel is dat eenduidig databeheer kan helpen bij projecten op het gebied van artificial intelligence (AI) en machine learning, die het beste resultaat leveren als ze toegang hebben tot grote hoeveelheden gegevens.
Dus: hoe meer vrijheid je als bedrijf hebt op het gebied van meerdere clouds, hoe beter. En naarmate meer bedrijven de voordelen van een goede multi-cloudpositie ervaren, wordt de onafhankelijkheid van data steeds belangrijker en uiteindelijk een kritieke factor voor succes.
Cynthia Gutowski, NetApp
