
“Fijn dat je mij gespaard hebt!”merkte een vriendin van me op na lezing van mijn laatste blog op deze site. Zij is lerares op een middelbare school en doet haar best ook in de klas met haar tijd mee te gaan. Dat valt niet mee, want- zoals ze zelf zei- niemand zo conservatief als een leraar. De vraag rees dan ook, of een leraar in zijn huidige vorm niet ook een met uitsterven bedreigde beroepsgroep is.
De discussie kwam daarna over de zin en onzin van het huidige lesgeven: voor de klas staan en een verhaal afdraaien, dat je vorig jaar en natuurlijk het jaar daarvoor ook al hebt gehouden. Waarom kan dat verhaal dan niet tot je komen middels een filmpje op internet,of door een dvd-tje te kijken op de bank?
Okay, in het klassikale onderwijs is er nog enige interactie mogelijk tussen docent en student, maar in het meer massale universitaire onderwijs, waar honderden eerstejaars de beginselen van privaatrecht moeten leren, is er van interactie nauwelijks sprake. Mijn eigen ervaringen met universitaire hoorcolleges zijn, dat die eentonig waren, met nauwelijks ruimte voor interactie tussen de zender en de ontvangers van de boodschap. Een enkel overijverig meisje dat op de eerste rij haar best zat te doen, uitgezonderd.
Gelukkig mengde zich een Nijmeegse hoogleraar via de media in onze discussie. Ook hij is van mening dat hoorcolleges niet meer van deze tijd zijn en veel beter via digitale media gevolgd kunnen worden. Het nieuwe leren, dus. Een prima plan, waar ik – mits de kwaliteit hoog genoeg is- alleen maar voordelen in zie:
– de docenten nemen eens in de twee of drie jaar een collegereeks op. De uren die zij daarmee uitsparen kunnen ze besteden aan onderzoek, of werkcolleges. Of door een extra reeks op te nemen over een ander thema.
– studenten kunnen overal colleges volgen. Is er een boeiend programma van een Groningse hoogleraar en woon je zelf toevallig in Maastricht: geen punt, want bij leren achter het scherm is afstand geen bezwaar.
– verlevendiging: een digitaal college kun je leuk aankleden met filmpjes, interviews, cartoons en ander materiaal om je verhaal kracht bij te zetten.
– feedback: een docent ziet alleen aan een steeds leger of voller wordende collegezaal of hij de studenten weet te boeien. Door de bezoekers van zijn digitale college te turven en de mogelijkheden tot commentaar te bieden, krijgt hij direct feedback, kan aanvullende toelichtingen geven en kan waar nodig de lesstof aanpassen.
Uiteraard zijn er ook meer basale voordelen als het besparen van kosten voor ruimte en reizen, en het kunnen starten van een studiejaar op het moment dat jij het wilt, in plaats van te wachten tot de volgende septembermaand.
Is er dan helemaal geen rol meer voor het klaslokaal? Kunnen we de conciërge met de eeuwige stofjas definitief met pensioen sturen? Nee, zeker niet. Ik ben ervan overtuigd dat je prima digitaal de basis van een theorie, vak of discipline kunt leren, maar dat je de echte kneepjes en finesses pas door goede interactie tussen student en docent, en tussen studenten onderling leert.
Terugkijkend naar mijn eigen studietijd, zijn spraakmakende, boeiende colleges en de docenten die hun verhaal levendig wisten te brengen, mij het meest bijgebleven. Ik zou willen dat ik van die boeiende colleges nog een dvd’tje had liggen!
De grijze muizen die tijdens het hoorcollege hun samenvatting van het lesboek ten gehore brachten, ben ik allang vergeten.
François van Heurn is als econoom gefascineerd door de toegevoegde waarde van informatietechnologie en de enorme moeite die de mensheid zich moet getroosten om die toegevoegde waarde in de praktijk te realiseren. Hij werkt als zelfstandig project- en interimmanager onder de vlag van www.baileybridge.nl, adviseert vanuit het Cloud Expertisecentrum (www.cloudec.nl) over de kansen, risico’s en organisatorische gevolgen van Cloud technologie en probeert als docent Bedrijfskunde en strategie aan een hogeschool de jongere generatie aan het leren, denken en ontdekken te zetten.
De Nijmeegse hoogleraar wou van z’n hoorcolleges af omdat de studenten er alleen maar zaten te computeren, slapen en eten en geen aandacht op hem sloegen. Dat kunnen ze net zo goed thuis voor een scherm doen natuurlijk, en dat bespaart een ieder geld en tijd. Helemaal mee eens.
Maar léren ze dan ook meer, als hun aandachtsspanne werkelijk de lengte heeft van een ouderwets YouTube filmpje?