Het outsourcing dilemma is gebaseerd op drie stelregels. De eerste stelregel is dat een kwalitatief goede service die snel geleverd kan worden niet goedkoop is (quality + fast <> cheap). De tweede stelregel is dat een service die snel geleverd kan worden en goedkoop is een kwalitatief slechte service is (fast + cheap <> quality). De derde stelregel is dat een kwalitatief goede dienstverlening tegen een lage prijs niet snel geïmplementeerd kan worden (quality + cheap <> fast). Op basis van deze stelregels moeten bedrijven dus goed nadenken voor welke service ze welke vraag aan de markt stellen.
De implementatie snelheid speelt een belangrijke rol: de eerste en de derde stelregel. Op welke termijn moet de service beschikbaar zijn? Kan het bedrijf zich veroorloven om iets meer tijd te nemen voordat de services beschikbaar zijn? De tijd is gekoppeld aan de doorlooptijd van de transfer: het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de dienstverlening aan de nieuwe leverancier. Hoe korter de transfer, hoe hoger de kosten en het risico van de transfer naar de nieuwe leverancier. Tijd is ook gekoppeld aan het huidige kwaliteitsniveau van de dienstverlening versus de future mode of operations (FMO): transformatie. Hoe hoger het toekomstige ambitieniveau ten opzichte van het huidige kwaliteitsniveau hoe langer de nieuwe leverancier nodig heeft om de service te kunnen leveren. De implementatie kan worden versneld door te accepteren op een prijsstijging van de service. Bedrijven moeten nadenken voor welke services zij een premium willen betalen en welke services nog wel even kunnen wachten.
Ook de kwaliteit van de service speelt een belangrijke rol in het dilemma: de tweede stelregel. Bedrijven moeten zich de vraag stellen of zij voor sommige services niet in eerste instantie kunnen volstaan met een work-around: een service die snel en goedkoop voor handen is. Wellicht dat in de toekomst op basis van een business case dan alsnog besloten zal worden om de service te vervangen door een kwalitatief betere dienstverlening.
Bedrijven die outsourcing beslissingen nemen moeten nadenken over hun requirements. Het outsourcing dilemma helpt bij het leggen van accenten: kwaliteit, kosten en snelheid!
Prof. dr. Erik Beulen, Universiteit van Tilburg en houder van de KPMG Global Sourcing leerstoel
Dag Erik,
Mooie en scherpe uiteenzetting.
Vaak zie je bij de grote (internationale) organisaties dat de IT wensen van business groepen of divisies zo divers zijn dat deze niet in één stelregel zijn te vangen. Omdat corporate IT en sourcing (vroeger inkoop) de bepalende partijen zijn aan de klantzijde wordt dan toch getracht deze diversiteit aan wensen in één contract onder te brengen en op basis van volumevoordeel (één contract voor alle divisies) dan op prijs te sturen.
Vriendelijke groet,
Leon Dohmen