
Datacenters waren de afgelopen weken booming in zowel nationale als internationale media. Naast de zomerstop werd in juli namelijk het rigoureuze besluit genomen om de bouw van datacenters in de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer een halt toe te roepen. Eén van de belangrijkste redenen die daarvoor wordt aangevoerd is de ontoereikende stroomlevering in deze gemeenten. Dit besluit heeft enorm verstrekkende en bovendien onnodige economische schade als gevolg. Waarom ligt de focus op symptoombestrijding terwijl we het probleem bij de wortel zouden moeten aanpakken?
Digitaal Nederland rekent op datacenters
We ‘consumeren’ met z’n allen dagelijks gigantische hoeveelheden data en die consumptie gaat alleen maar verder pieken. Nu al zijn we dagelijks afhankelijk van cloud, apps en mobiele applicaties. Ook in de groeistrategie van het Kabinet worden digitale innovaties als AI, 5G en Machine Learning als speerpunten voor de Nederlandse welvaart genoemd. Toepassingen die allemaal gefaciliteerd worden door datacenters. De digitale economie is nu al goed voor €104 miljard omzet en 345.000 FTE’s en de voorspelling is dat 60% van ons bruto binnenlands product gedigitaliseerd is in 2020. De toekomstige groei van Nederland leunt dan ook zwaar op deze digitale infrastructuur.
Stroomslurper of stroombespaarder?
Zoals met alles het geval is, heeft ook deze groei een prijs. Stroom in dit geval, en dan het liefst groen. Interessant is dat de exponentiële groei van ons datagebruik niet heeft geleid tot grote groei van het energieverbruik wereldwijd. Dat heeft alles met datacenters te maken. Datacenters zijn namelijk gemaakt om energie-efficiënt te opereren. Omdat steeds meer bedrijven hun IT naar professionele datacenters migreren, wordt ook onze IT steeds efficiënter. In andere woorden: datacenters hebben juist bijgedragen aan het beperken van de groei van de vraag naar elektriciteit. Zonder datacenters zouden we significant meer stroom verbruiken.
Het lijkt dan ook de omgekeerde wereld om een sector te remmen die voorop loopt op het gebied van energie-efficiëntie. Ligt het feitelijke probleem bovendien niet aan de aanbodzijde? Er dreigt al jaren een tekort aan stroomcapaciteit en er is al die tijd niet adequaat gehandeld. Inmiddels zijn de problemen zodanig groot geworden dat zelfs wordt gesproken van een stroominfarct. Flinke investeringen in zonne- en windparken zijn nodig om de klimaatdoelen te halen, maar al die parken moeten jaren wachten voordat ze worden aangesloten op het netwerk, want het bestaande elektriciteitsnet kan de afvoer van overtollige stroom niet aan. Een totale mismatch van vraag en aanbod.
Onmiddellijke actie vereist
In een tijd waarin we liever vandaag dan morgen van het gas willen en waarin we alles willen elektrificeren, is het merkwaardig dat we vastlopen in langdurige trajecten om de energie-infrastructuur uit te breiden omdat we te maken hebben met verouderd beleid dat totaal niet aansluit op de behoeftes van de digitale economie. Nog merkwaardiger is dat die tekortkoming wordt doorberekend naar een andere schakel in de keten die juist voorop loopt op het gebied van energie-efficiëntie en volop investeert in duurzame innovaties.
Steden zijn nooit gebouwd op digitalisering. Het stroomnetwerk ook niet. Maar als Nederland serieus is over haar ambitie om Digitaal Koploper te worden, dan moet onmiddellijk actie worden ondernomen om de benodigde infrastructuren aan te leggen. De DDA pleit dan ook voor een herziening van het beleid ten aanzien van de aanleg van energie-infrastructuren. Alleen dan kunnen we duurzame nieuwbouwprojecten realiseren, de digitale haven laten groeien en onze leidende positie als Digital Gateway to Europe behouden.