Er moet een ambitieuze aanpak komen om de digitale vaardigheden van de beroepsbevolking op een hoger niveau te brengen. Nederland ICT roept staatssecretaris Keijzer van EZ op om het verbeteren van digitale vaardigheden een speerpunt te maken van haar digitaliseringsstrategie. Een terecht punt. De technologie ontwikkelt zich verder door. Organisaties zullen wel mee moeten met de digitale transformatie. Maar hoe zorg je ervoor dat alle medewerkers – ook van de oudere generatie – echt digitaal mee kunnen?
Uit onderzoek van eind 2017 in opdracht van Nederland ICT blijkt dat op dit moment 1,5 miljoen werknemers afhankelijk zijn van ICT bij het uitvoeren van hun primaire taken. Dat is ruim 21 procent van de werkzame beroepsbevolking. Dat aantal groeit binnen twee jaar naar 1,9 miljoen mensen. In dit getal zitten alle ICT-professionals. Plus de werkzame personen met een ‘ICT-gedreven’ baan. Naar mijn beleving is dat een vrij beperkte interpretatie van het begrip ‘afhankelijk van ICT voor primaire taken’. Ik denk dat inmiddels zo’n driekwart van de Nederlandse beroepsbevolking van ICT afhankelijk is voor zijn of haar werk. Dat zijn de mensen die de kantoren bevolken. Maar volgens mij ook de docenten, zorgverleners en bouwers. Ontneem die hun laptop, tablet en netwerk en de Nederlandse economie komt krakend tot stilstand.
Thuis kunnen ze toch ook Facebooken?
Intussen staat de technologie niet stil. Organisaties switchen naar nieuwe platforms en clouddiensten. De digitale systemen en omgevingen die steeds belangrijker zijn voor het dagelijkse werk, worden continu verbeterd, geüpdatet en aangepast. Van medewerkers wordt verwacht dat ze moeiteloos meebewegen. Thuis kunnen ze toch ook Facebooken, online hotels reserveren en eten laten bezorgen? Dan moet Office 365, het nieuwe EPD en het urenregistratiesysteem ook wel lukken. Voor een groot deel van de medewerkers klopt die aanname. Maar voor een niet te verwaarlozen deel niet. Die kunnen thuis wel overweg met de tablet. Maar als ze vastlopen hebben ze een handige zoon of dochter die bijspringt. En die vragen ze makkelijker om hulp dan een collega, die al begint te zuchten als je komt aanlopen.
Van medewerkers verwacht je een bepaald niveau aan competenties. Vakkennis, ervaring, managementkwaliteiten. Als werkgever selecteer en beoordeel je je mensen daarop. Maar hoe zit het met hun vaardigheden op digitaal gebied? Kun je ervan uitgaan dat medewerkers goed uit de voeten kunnen met systemen, apps en apparaten? Dat ze niet alleen weten waar alle knoppen voor dienen. Maar ook hoe ze daarmee hun werk makkelijker en prettiger kunnen maken.
Een ICT-platform als auto
Een nieuwe ICT-omgeving of -toepassing is als een nieuwe auto. Je geeft de medewerkers de sleutel, wijst ze op het stuur, de pedalen en de knopjes en wenst ze veel succes. Voorheen hadden ze weliswaar een brommer, maar dat is toch ook een vervoersmiddel? Sommige medewerkers stappen in en rijden direct weg. Anderen moeten even wennen, maar leren gaandeweg met hulp van helpdesk en collega’s te rijden. Er is ook een deel dat niet instapt. Omdat ze al die toeters en bellen niet snappen en zich ervoor schamen om hulp te vragen. En na een of twee jaar wordt die auto alweer ingewisseld voor een hypermoderne Tesla en lopen ze helemaal achter!
Je kunt het je als werkgever niet permitteren om een deel van je medewerkers achter te laten in de ontwikkelingen. Dat wil je ook niet, omdat je hun ervaring en vakkennis niet kwijt wilt. Bovendien is er nauwelijks vervanging beschikbaar op de arbeidsmarkt. Je kunt ook niet de technologische ontwikkeling in de organisatie voor een aantal jaar op een laag pitje zetten, totdat een deel van de achterblijvers met pensioen gaat. Dus moet je ervoor zorgen dat iedereen mee kan. Zolang Mona Keijzer geen digitaal rijexamen gaat invoeren, zul je dit als werkgever samen met je ICT-partner moeten organiseren.
Marcel Lucker, Winvision