Home Innovatie & Strategie Interface: informatie op je netvlies

Interface: informatie op je netvlies

96

Vanaf het begin van de automatisering met de ponskaartsystemen is de interface altijd afgeleid geweest van de systemen waaraan ze verbonden waren. Pas recent is daar verandering in gekomen. Uiteraard bedienen we nog veel apparatuur met een toetsenbord of met schakelaars of knoppen, maar aanraakschermen nemen nu een enorme vlucht. Die zijn weer de voorbode van nog geavanceerdere interfaces, die steeds meer vermenselijken. De interface krijgt zintuigen; het kan voelen en zien en zo reageren op de omgeving.

We mogen hiervoor Hollywoord en de gamingindustrie bedanken. Denk aan de film Minority Report waarin Tom Cruise ver voor het Apple-tijdperk het ene na het andere beeldscherm tevoorschijn tovert of weg ’swipet’. Denk aan al die games die steeds levensechter worden, mede dankzij de Xbox in combinatie met de Kinect van Microsoft. Met deze gamecomputer ben je zelf de controller. De Kinect ziet hoe iemand beweegt en zet dat om in beeld. Bovendien herkent de Kinect spelers en nodigt het apparaat hen uit voor een spel. Een ander mooi voorbeeld is de MYO van Thalmic Labs. Deze experimentele armband interpreteert spierbewegingen van de arm en zet dit om in een bepaalde actie.

Is dit type interface tot nu toe vooral het domein van de entertainmentsector, er zijn ook legio toepassingen te bedenken voor zakelijke omgevingen. Denk aan grote magazijnen waar medewerkers orders picken en dankzij een speciale bril de handen vrijhouden om spullen te pakken. De bril projecteert weer welke producten zij in welke volgorde moeten picken en waar de producten precies te vinden zijn in een schap. Belangrijke voordelen zijn dat je mensen niet uitgebreid hoeft op te leiden en dat dit proces volledig taalonafhankelijk verloopt.

Een variant hierop is de mogelijkheid om bij aanleg en onderhoud van ondergrondse bekabeling tekeningen en schema’s direct te combineren met de fysieke werkelijkheid. De uitvoerder maakt met zijn tablet een fysieke opname van de straat en ziet via augmented reality meteen waar gas-, water-, stroom- en telefoonleidingen liggen .

Al deze ontwikkelingen zijn van recente datum, maar de verwachting is gerechtvaardigd dat dit type toepassingen een even snelle vlucht zal nemen als de apps nu doen. Ze spelen namelijk in op de behoefte aan informatie ‘at your fingertips’, zonder die fingertips meteen te hoeven gebruiken.

Bij dit alles zijn twee kanttekeningen te plaatsen. In de eerste plaats vereist deze ontwikkeling een stevige onderliggende infrastructuur waar data op te slaan en goed te ontsluiten is. Daarnaast is het zaak om goed na te denken over de toegang tot informatie. Die zal goed moeten aansluiten bij de interface. Informatie is op een scherm van 21 inch heel anders weer te geven dan op bijvoorbeeld Google Glass.

De vraag is verder nog: waar eindigt dit? Er zijn al interfaces die kunnen kijken en interpreteren. Dan is het niet zo gek om je een apparaat voor te stellen, dat niet alleen kan voelen maar ook kan invoelen. Een muziekspeler die muziek zoekt bij de stemming van de eigenaar? Of een apparaat dat een sporter tot in detail begeleidt in een bepaald trainingsprogramma en zijn eigenaar zo nodig ook mentaal oppept? Waarom niet? De technologie lijkt er klaar voor.

Léon van den Bogaert, is directeur Innovatie bij Ctac.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in