Home Internet Internet of Everything thuis

Internet of Everything thuis

69

Ik geef het direct toe, grote Internet of Everything projecten spreken het meest tot de verbeelding. Verkeersstromen die met sensoren gedetecteerd worden en op basis van die informatie omgeleid, afgeremd of juist versneld om zo de doorstroming te bevorderen. Of dat de verkeerslichten op groen springen zodra een hulpdienst komt aangesneld. Maar ook veel dichter bij huis, nee zelfs in huis, krijgt het Internet of Everything een plaats.

Ook in huis zullen mensen, processen, apparaten en data met elkaar worden verbonden. De bekende voorbeelden: de slimme thermostaat die per kamer de juiste temperatuur instelt, op basis van de aanwezigheid van de bewoner en de buitentemperatuur. De verlichting die we nu al via onze smartphone helemaal naar eigen voorkeur kunnen instellen. Of de inmiddels spreekwoordelijke koelkast, die zelf bijhoudt wat er in staat en een seintje geeft als de yoghurt op is.

Mooie voorbeelden, maar het is nog maar het begin. Want als die koelkast geen pak yoghurt ziet is er geen yoghurt. Maar als er wel een pak staat, wat zit er dan nog in? Een doos eieren? Idem dito. Waarom geen sensor in de verpakking die precies kan aangeven hoeveel er nog in zit? Sensoren worden in snel tempo zo klein, energiezuinig en goedkoop dat dit soort toepassingen haalbaar wordt. Boodschappen doen wordt veel makkelijker. In welke supermarkt je ook staat, een app op je smartphone vertelt precies wat er thuis nog in de (koel)kast staat. Nog beter: waarom zou eigenlijk naar de supermarkt gaan als de boodschappen gewoon bezorgd worden per koerier of door een drone ?

Het steeds kleiner worden van sensoren was te zien op de Consumer Electronics Show begin dit jaar, met interessante voorbeelden die met Internet of Everything te maken hebben. Intel liet een rompertje zien met kleine sensoren, die ademhaling, temperatuur en lichaamshouding kan detecteren. Deze gegevens gaan in real-time naar de smartphone van de ouders die zo hun kind in de gaten kunnen houden. Diezelfde informatie kan ook weergegeven worden met programmeerbare LEDs op een slimme koffiebeker, eveneens van Intel. En waarom zou je nog een sleutel nodig hebben als het huis je herkent en de deur voor je open maakt? Over een paar jaar hebben we geen sleutels meer nodig, de benodigde techniek is er al. Dit soort toepassingen voor gewone gebruiksvoorwerpen zullen we in de nabije toekomst steeds vaker gaan zien.

Tegelijk met deze toepassingen komt er ook een stortvloed aan (big) data vrij over ons zelf. Die gegevens zijn natuurlijk nodig voor de dienstverlening aan ons, maar we zullen ons hier heel goed bewust van moeten zijn. Als de huissleutels kunnen laten weten waar ze liggen moet die informatie natuurlijk niet ‘op staat’ komen te liggen! We zullen ons bewust moeten worden van het verschil tussen neutrale informatie (er is nog genoeg yoghurt voor het ontbijt morgen) en vertrouwelijke informatie (de sleutel steekt nog in de deur).

Ook het vertrouwen in de technologie vraagt aandacht. In het voorbeeld van de baby-monitoring moet het 100% zeker zijn dat alles correct wordt gemeten en dat ouders er zeker van kunnen zijn dat goed wordt doorgegeven. En dat conclusies die op basis van deze gegevens worden getrokken juist zijn. Hier gaat het niet zozeer om de verbindingen zelf, maar wel om vertrouwen in de juistheid van data die het Internet of Everything hier oplevert en de gevolgtrekkingen die erop worden gebaseerd.

Het goede nieuws is dat de huidige infrastructuur thuis – WiFi, internetverbinding, in elk geval voldoende is voor dit soort toepassingen. Ook is er niet veel energie nodig en dat moet ook wel, want we willen natuurlijk graag af van het voortdurend opladen,  of vervelender nog, het verwisselen van batterijtjes.

Natuurlijk zullen er nog veel stappen gezet moeten worden voordat dit toekomstbeeld werkelijkheid wordt. Maar die stappen worden nu met verve genomen. Zie de overname van thermostaatproducent Nest door Google. Ik verwacht dat er in de komende jaren een grote markt ontstaat voor allerlei slimme thuistoepassingen. Ongetwijfeld ook toepassingen waar nu nog niemand aan denkt. Ook zullen compleet nieuwe spelers een rol spelen. Bijvoorbeeld Siemens, dat in samenwerking met providers diensten gaat leveren voor huishoudelijke apparatuur, zoals nieuwe wasprogramma’s, adviezen over besparingen op basis van de verbruiksgegevens en het tijdig waarschuwen voor noodzakelijk onderhoud.

Zelf kijk ik uit naar een nieuw soort ‘behang’ voor thuis. De ene keer een mooi egaal kleurtje, de andere keer een spectaculaire foto wall, dan weer een videoscherm of een televisie. Dat alles natuurlijk aangestuurd op basis van een sensor die mijn stemming kan peilen. Tegelijk levert dat een interessante uitdaging op. Wat zullen mijn vrouw en kinderen hiervan denken? Moeten zij ook een stemmingssensor krijgen? En wordt het dan ‘de meeste stemmen gelden’? Ik voorzie het Nieuwe Zappen…

Michel Schaalje, Technisch Directeur Cisco Nederland

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in