Home Internet Internet of Things: koelkastvoorraad versus beveiligingscamera

Internet of Things: koelkastvoorraad versus beveiligingscamera

67

Voor consumenten is de ontwikkeling van het Internet of Things vooral nog leuk en heeft het een hoog gadget-gehalte. Voor de zakelijke achterkant is het echter serious business. Het Internet of Things is praktisch gezien een verzameling ‘dingen’ met een sensor en een applicatie die nog steeds, haast ouderwets, in een datacenter draait, ergens in de wereld. Er zijn twee belangrijke elementen: beveiliging en beschikbaarheid. Hoe zorg je ervoor dat het functioneren van een beveiligingscamera nog altijd belangrijker is dan het automatisch bestellen van eieren die bijna op zijn?

Aan de gebruikerskant levert het Internet of Things vooral inzicht op; inzicht dat het resultaat is van een heel berg data. De juiste route zonder files, een overzicht van energieslurpende apparaten in huis, of het terugvinden van sleutels dankzij een ‘slimme’ tag. De data die hiervoor nodig is bereikt volgens TechRadar Pro een dusdanige omvang dat het IP-verkeer in 2018 1,6 zettabytes bedraagt. Dat is een groei van 300 procent ten opzichte van 2013. Voor de wiskundigen onder ons: een zettabyte is een 1 met 21 nullen bytes. Het grootste deel van dat verkeer zal worden gegenereerd door smartphones en sensoren op dingen.

Deze toename vereist een infrastructuur die betrouwbaarder en beter schaalbaar is dan ooit tevoren. Hierin wordt DNS vaak over het hoofd gezien. Als startpunt van IoT-verbindingen (en meer apparatuur betekent meer verbindingen) is het voor service providers onontbeerlijk hun DNS-infrastructuur zo in te richten dat het de groei aankan. Zo niet, dan zullen latency en langzame verbindingen leiden tot geïrriteerde eindgebruikers.

Meer apparatuur = meer beveiliging
De groei van het aantal apparaten dat verbonden is aan een netwerk betekent ook meer risico’s. Ieder apparaat biedt weer een nieuwe mogelijkheid voor aanvallers om het netwerk binnen te komen. En het werkt ook de andere kant op: een DDoS-aanval kan bijvoorbeeld veel schadelijker worden doordat steeds meer verbonden apparaten getroffen kunnen worden.

Het Internet of Things is veel lastiger te beveiligen doordat de traditionele perimeter rond het datacenter ontbreekt. In een ‘connected’ wereld reist data van verschillende apparaten over verschillende netwerken naar verschillende datacenters. Security-toepassingen moeten zich hieraan aanpassen. Er is uitgebreidere, meerlaagse bescherming nodig.
Zie ook deze video met uitleg van de twee belangrijke elementen van Internet of Things: https://youtu.be/Y9uq75Gsn2Q

Een IoT-ready infrastructuur
Een netwerk IoT-ready maken, betekent dat de infrastructuur schaalbaar, betrouwbaar en veilig is. Dit kan door middel van software defined application services: een framework van gecentraliseerde diensten voor applicaties dat werkt over fysieke, virtuele en cloud omgevingen heen. Zo blijven applicaties snel, veilig en beschikbaar, en kan men goed inspelen op veranderingen in het netwerkverkeer.

Het Internet of Things gaat dus helemaal niet over de ‘things’. Het gaat om de data, de applicaties en de services die het IoT mogelijk maken. Hierbij komt het aan op de onderliggende infrastructuur die het allemaal mogelijk moet maken dankzij schaalbaarheid, flexibiliteit, betrouwbaarheid en intelligentie.

Wim Zandee, pre sales manager North & East EMEA bij F5 Networks

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in