Home Cloud Investeringen in science cloud verdienen zich dubbel en dwars terug

Investeringen in science cloud verdienen zich dubbel en dwars terug

96

Nederland heeft een haat-liefdeverhouding met ruimtevaart. Wat waren we trots toen astronaut Wubbo Ockels als eerste Nederlander de ruimte in werd geschoten. André Kuipers was onze volksheld toen hij vanuit het ruimtestation ISS een foto van “Friesland bij nacht” twitterde. De Elfstedenroute tekende zich haarscherp af. En onlangs nog was iedereen in de ban van Rosetta. Naast de fans staan de zeurpieten. Zij klagen over de geldverspilling die gepaard gaat met ruimtevaartprojecten. Maar zoals iedere sales manager ook weet: de cost gaet voor de baet uyt.

Rosetta is een ruimtesonde die na een lange reis van tien jaar, vijf maanden en vier dagen en vijf rondjes om de zon haar doel, de komeet “67P/Churyumov–Gerasimenko”, bereikte. In totaal legde Rosetta 6,4 miljard kilometer af. Op 11 november zal robot Philae op deze “sneeuwbal uit de hemel” landen. Het European Space Agency (ESA) trok in totaal 1,3 miljard euro uit voor dit rendez voutje. “Daar kun je heel wat yezidi’s of bijstandsgezinnen mee voeden”, zo stellen cynici. Zij gaan echter voorbij aan spin-offs en het multipliereffect. Elke euro die we in de ruimtevaartsector investeren levert ons namelijk minstens 2,50 euro op, zo berekende onderzoeksbureau Triarii. Toen het vorige kabinet zich dat ook begon te realiseren, was de geplande bezuiniging van 68 miljoen euro op de ruimtevaart snel van tafel. Een terechte beslissing naar mijn mening.

The Eye of God
Niet alleen de overheid, ook het bedrijfsleven investeert in ruimtevaart. Onder het motto “Big science teams up with big business” werd in 2012 het startschot gegeven voor een zogenoemde science cloud. En we noemen hem of haar: Helix Nebula. Dit is een verwijzing naar een nevelwolk in het heelal die wetenschappers ook wel The Eye of God noemen. Naast publieke clouds, private clouds, hybride clouds, federated clouds en test clouds hebben we nu dus ook een science cloud. In 2007 probeerde computerfabrikant Dell bij het US Patent and Trademark Office patent aan te vragen op de term “cloud computing”. Dat feestje ging niet door, het begrip was toen al te generiek.

Initiatiefnemers van de science cloud zijn Atos, Capgemini, CloudSigma, Interoute, Logica, Orange Business Services, SAP, SixSq, Telefónica, Terradue, Thales, The Server Labs and T-Systems, samen met de Cloud Security Alliance, het OpenNebula Project en de European Grid Infrastructure. Geen kleine jongens dus. Het doel is om met behulp van een cloudgebaseerde infrastructuur satellietgegevens over natuurverschijnselen als aardbevingen en vulkaanuitbarstingen te analyseren en deze informatie beschikbaar te stellen aan belanghebbenden. Zo gaf het IJslandse KNMI onlangs nog een code oranje af voor de vulkaan Bárðarbunga. Om optimaal gebruik te maken van de voordelen van virtuele datacenters ontwikkelde ESA samen met Interoute het SuperSites Exploitation Platform (SSEP). Wetenschappers krijgen hiermee online toegang tot systemen, bronnen en tools die ze nodig hebben om samen te werken. Dit bevordert nieuwe werkmethoden en zo ontstaan inspirerende virtuele communities.

Natuurlijk bemoeit ook Brussel zich met de ruimtevaart. Onder de vlag van de Europese Commissie is in mei 2014 de Helix Nebula Marketplace (HNX) opgericht, die voortborduurt op het genoemde Helix Nebula-initiatief. HNX is een Europese marktplaats waar wetenschappers commerciële clouddiensten kunnen afnemen.

Nederland laat zich ook niet onbetuigd. Zo zal de Satellietdataportaal vanaf 2015 op een frequente basis ruwe satellietgegevens leveren voor tal van applicaties. Te denken valt aan precisielandbouw, bodembewegingen, algenmonitoring, waterbeheer en bosmonitoring. Voor de geo-wereld is dat innovatief en baanbrekend. Om het concreet te maken, met deze data kunnen boeren bijvoorbeeld hun gewassen in de gaten houden en de mate van bemesting, of het juiste gebruik van bestrijdingsmiddelen bepalen. Gemeentes kunnen zien hoe ver bepaalde wijken die op een zachte ondergrond gebouwd zijn ieder jaar verzakken. Dijkinspecteurs kunnen de sterkte van de dijken bepalen en waterbeheerders kunnen het waterpeil in hun gebied nauwgezet volgen. De potentiële kostenbesparingen zijn enorm. Veel belangrijker is echter dat wetenschappers op basis van hun analyses op tijd kunnen waarschuwen voor dreigende natuurrampen.

Kortom: cloud computing, big data analytics en virtuele datacenters maken de grote klimaat- en milieu vraagstukken op onze planeet aarde niet alleen inzichtelijk, maar dragen ook echt bij aan preventie en aan concrete oplossingen. Dat mag best een paar centen kosten. En God?, die zag dat het goed was…

Martijn ten Kate

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in