Home Algemeen Java (& JavaScript): na twintig jaar nog springlevend

Java (& JavaScript): na twintig jaar nog springlevend

88

De kans is klein dat James Gosling, Arthur van Hoff (aardig detail: een Nederlandse programmeur!) en Patrick Naughton in 1995 ooit hebben kunnen bevroeden hoe breed en diep ‘hun’ Java twintig jaar later in de samenleving is doorgedrongen. Java was in eerste instantie bedoeld om te draaien op set-topboxen. Nu draait het op mobiele telefoons, chipkaarten, enterprise servers en in browsers en speelt het een cruciale rol in nieuwe trends als big data, cloud, social, mobiel, het Internet of Things en connected cars.

Succes
Het succes van Java is te illustreren met enkele indrukwekkende cijfers. Er zijn op dit moment, naar schatting, negen miljoen Java-ontwikkelaars. Java draait op circa zeven miljard devices. Het platform speelt in allerlei sectoren een rol, variërend van verkeersveiligheid en oceaanonderzoek tot aan het controleren van de kwaliteit van graanoogsten. Als ontwikkelaar heb je de keus uit dertig Java EE 6- en Java EE 7-implementaties van twaalf leveranciers. Wereldwijd zijn er zo’n 125 miljoen media-devices waar Java op draait en zijn er meer dan tien miljard Java-cards uitgegevens sinds de lancering. Trouwens, ook interessant, volgens een recent onderzoek onder ontwikkelaars van stackoverflow.com bestaat de top drie van programmeertalen uit respectievelijk JavaScript, SQL en Java, waarbij deze drie vaak in combinatie gebruikt worden. Helaas: uit ditzelfde onderzoek komt ook dat 92 procent van de ontwikkelaars mannen zijn, een hele uitdaging om dit meer in balans te brengen!

JavaScript
Bovengenoemd onderzoek herinnert me ook nog aan de explosieve groei van het gebruik van JavaScript. Hoewel feitelijk geen deel van het Java-platform, worden Java en JavaScript toch vaak in één adem genoemd. En voor de ontwikkelaar maakt het natuurlijk ook niet uit wat de oorsprong is. Maar de explosieve groei van JavaScript versterkt wel degelijk de rol en de waarde van Java.

JavaScript is – net zoals Java – meer dan een taal. Het is de basis van een compleet ecosysteem, met vele frameworks, libraries en andere hulpmiddelen, zoals AngularJS, Knockout, React, Backbone, Ember, JQuery en meer. En dit toont meteen de nieuwe uitdaging voor de moderne ontwikkelaar: hoe kies ik de juiste set van hulpmiddelen, die enerzijds mij helpen snel en efficiënt toepassingen te ontwikkelen die voldoen aan de nieuwste eisen en wensen? En dit zonder onnodige complexiteit te introduceren, met een beperkte leercurve en dit alles ook nog op een toekomstvaste manier. Dit laatste wordt nogal eens onderschat: hoe garandeer je in een dynamische wereld met keuze uit honderden ‘coole’ hulpmiddelen (veelal in een Open Source-model ontwikkeld) dat jouw keuze over een jaar nog steeds ‘cool’ en actueel is? Of heeft de opvolger met een nog mooiere naam zo’n schare aanhangers gekregen dat jijzelf op een dood spoor zit…

Naast al deze dynamiek rondom de frameworks en overige hulpmiddelen verplaatst JavaScript zich van een pure browser-gebaseerde taal naar een server-side taal met de toenemende populariteit van onder andere node.js, en komt daarmee op de thuisbasis van het Java-platform. En ook hieromheen verzamelt zich een gigantisch ecosysteem van toevoegingen in de vorm van npm, de package manager voor JavaScript, met op dit moment ruim over de 200.000 packages, waaraan iedereen kan bijdragen!

Het is daarom ook niet verrassend dat JavaScript met stip op nummer een staat in bovengenoemde survey onder ontwikkelaars.

Het gevoel van Java
Het motto van de oorspronkelijke ontwikkelaars van Java was: ‘Do it right, or don’t do it’ ook wel bekend als ’Arthur’s law’. En dit blijft altijd de ultieme test. Bij Java zijn vanaf de start kenmerken als leesbaarheid, eenvoud en universaliteit belangrijk geweest. Zij dragen bij aan de ‘feel of Java’. Leesbaarheid is wellicht het meest kritisch, omdat de tijd die het kost om code te schrijven niet te vergelijken is met de tijd die daarna opgaat aan onderhoud, bugfixes en uitbreidingen. Eenvoud verwijst naar de compleetheid van het platform. Iedere voor productie geschikte taal en platform moet een zekere complexiteit in zich hebben om de complexiteit van moderne computersystemen te ondersteunen. Maar ondanks de interne complexiteit geeft Java het gevoel van eenvoud. Het platform heeft een hoge ‘Do What I Mean’-factor. Wie beschikt over een goed geïntegreerde ontwikkelomgeving en de basis onder de knie heeft, is al snel thuis in Java. Je hoeft niet per se de gehele taalspecificatie uit je hoofd te kennen. Meestal is ‘Write what you mean’ voldoende en dat is erg prettig.

Sandor Nieuwenhuijs, Technical Director Oracle Nederland

 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in