Home Data & Storage Latency matters: elke microseconde is goud waard

Latency matters: elke microseconde is goud waard

77

Op de golfbaan, op het schoolplein van mijn kinderen en tijdens feestjes vind ik het soms lastig om uit te leggen in welke bedrijfstak ik nu precies werkzaam ben. ICT klinkt te algemeen en vakjargon als cloud, co-locatie, latency en managed hosting leidt slechts tot beleefde hoofdknikjes. Als ik mijn kroegmaten vertel dat mijn scope zich uitstrekt “From the Ground to the Cloud”, is de verwarring meestal compleet.

Toen ik onlangs de thriller Flash Boys van bestsellerauteur Michael Lewis in handen kreeg, was ik aangenaam verrast. In het boek, dat grotendeels op waarheid is gebaseerd, geeft de auteur een mooi inkijkje in de datacenterwereld. “Latency matters”, ik kan het niet vaak genoeg benadrukken. Hoewel de voorbeelden in het boek waarschijnlijk wat zijn aangedikt, herken ik het beeld dat wordt geschetst van de flitshandel.

Sinds het eind van de jaren negentig wordt de handel op de financiële markten niet langer gedomineerd door mensen, maar door computers die onderling razendsnel handelen op basis van geavanceerde wiskundige regels die de optimale handelsstrategie bepalen: de zogenaamde algoritmes of, afgekort, algo’s. Welkom in de duistere wereld van algo’s, high frequency traders, dark pools en quants.

Flash Boys leest als een spannend jongensboek. Het gaat over supercomputers, geprogrammeerd door de allerslimste en geniaalste nerds, die hierdoor een microseconde sneller zijn dan andere computers en zo tientallen miljarden extra verdienen voor hun bazen op de beurs. Elke microseconde is goud waard. Die ontwikkeling van vloerhandel naar schermenhandel past binnen een bredere trend: de robotisering van onze samenleving.

‘Robots zijn goed genoeg voor het saaie, smerige en gevaarlijke werk’, zo stelt hoogleraar Sociale Robotica Vanessa Evers. Roep de drie D’s: Dull, Dirty en Dangerous en ze komen in actie. De robotisering roept nu nog weerstand op (zo waarschuwde minister Asscher in een toespraak voor “technologische werkloosheid”), maar dat zal snel veranderen. Een voorbeeld. Vroeger moest een Amazon-medewerker het magazijn in om een bestelling bij elkaar te zoeken in de schappen. Nu brengt de Packbot de juiste schappen naar de medewerker. Een laser wijst aan welke producten de medewerker in moet pakken. De omzet per medewerker bij Amazon is hierdoor drie maal zo hoog als in de reguliere detailhandel. Door de opkomst van webwinkels is er minder personeel nodig op de winkelvloer, maar ontstaan er wel extra banen in de pakketbezorging. Hoewel econoom John Maynard Keynes in 1930 ook al waarschuwde voor technologische werkloosheid, zijn de voorspellingen niet uitgekomen. Oude beroepen maken plaats voor nieuwe beroepen, zoals data scientists, app-ontwikkelaars en drone-piloten.

Latency van 3,8 milliseconde

Terug naar de Flash Boys. Een van de hoofdpersonen Ronan Ryan vertelt uitgebreid hoe veeleisend brokers zijn en hoe hij daarop inspeelde. ‘Door de computers van Kansas City naar het datacentrum in Nutley New Jersey te verplaatsen, brachten we de latency terug van 43 naar 3,8 milliseconden en de switchtijd van 150 naar 1,2 microseconden.’ Desondanks wilde een van de brokers dat zijn kabel niet zoals die van alle anderen langs de muren zou lopen, maar dat die door het midden van de ruimte een rechte lijn zou volgen.’

Het was een kwestie van tijd voordat slimme jongens doorkregen dat als flitshandelaren bereid waren honderdduizenden dollars uit te geven om hun servers te verplaatsen zodat die zo dicht mogelijk bij de beurzen zouden staan, er meer te halen viel. Ze zouden waarschijnlijk miljoenen willen betalen voor toegang tot de beursvloer zelf. Ronan Ryan kon die gedachte goed volgen en kwam met het idee om “nabijheid bij Wall Street” als een dienst te verkopen. ‘Kom, laten we het proximity services noemen. We wilden auteursrecht op die term claimen, maar dat bleek niet te gaan omdat proximity een te alledaags woord is. Zo is co-locatie geboren.’ Een mooie anekdote.

Amerikaanse cloudproviders denken vaak dat Europa kan worden veroverd met één Europees datacenter dat is verbonden via het publieke internet. Daar geloven wij niet in. Wij vestigen (virtuele) datacenters juist zo dicht mogelijk bij onze klanten en belangrijkste markten, omdat dit zorgt voor lagere latency, lokale compliancy en betere dienstverlening.

Kortom: latency matters, niet alleen voor flitshandelaren en banken, maar ook voor logistieke dienstverleners, softwareontwikkelaars, webwinkels en last but not least: de “Ubers en Airbnb’s” van deze wereld. Ondertussen heb ik het mooiste beroep van de wereld.

Martijn ten Kate, sales director Enterprise Cloud Services bij Interoute

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in