Mooi weer; ik loop door de stad. Op mijn telefoon verschijnt een berichtje dat een museum in de buurt een wisseltentoonstelling heeft waarvoor ik wellicht interesse heb. Ik zie ook dat mijn vriendin toevallig even verderop is. Samen naar het museum is altijd leuker. Dus stuur ik haar een berichtje. Reuze handig. Ook als ik op Amazon iets bestel, of bij Spotify naar muziek luister, zie ik meteen welke keuze mijn vrienden hebben gemaakt. Dat brengt je op ideeën.
Consumenten kunnen baat hebben bij location based services (LBS), zoals deze diensten heten. Maar ook organisaties hebben er voordeel bij. Intel bijvoorbeeld heeft uitgestrekte campussen. Medewerkers die er vreemd zijn (uit andere locaties of uit het buitenland) kunnen er makkelijk verdwalen. Met WayFinder krijgt de bezoeker een plattegrondje voorgeschoteld plus waar hij naar toe moet. Met FriendFinder kan hij zelfs zien waar de betreffende persoon zich bevindt; in welke vergaderzaal of cubicle. Ook heeft Intel een ‘U bent hier’ applicatie gemaakt zodat iemand op het plattegrondje van zijn mobiele apparaat kan zien waar hij zich bevindt, in relatie tot voorzieningen die van belang kunnen zijn (de zogenoemde Points of Interest; PoI).
Vooral ook handig voor grote fabrieken waar medewerkers van contractors onderhoud komen plegen. Een monteur meldt zich aan de fabriekspoort, wordt na controle doorgelaten, en krijgt op zijn tablet meteen de opdrachtbon, de locatie waar hij moet werken, plus een montagefilmpje. Aan de hand van zijn GPS-chip is door de beveiliging te volgen of hij inderdaad de voorgeschreven route volgt.
Er zijn tal van LBS-diensten denkbaar voor bedrijven. Het verschil met consumenten-diensten is dat die voor organisaties meestal binnen nuttig zijn. Zoals het aangeven waar medewerkers zijn gevestigd, de dichtst bijzijnde printer, en dergelijke. Een dienst kan zijn dat een object, uitgerust met een RFID-chip, merkt dat iemand van magazijnbeheer binnenkomt en vervolgens laat weten dat het binnen een bepaalde tijd op transport moet. Maar GPS werkt niet binnenshuis. Daarom werkt Intel een nieuwe technologie die te integreren is met bestaande oplossingen en het mogelijk maakt de locatie van een mobiel apparaat tot op drie tot vijf meter nauwkeurig te bepalen. De ‘points of interest’ blijven niet altijd op dezelfde plaats. Bij een verbouwing zal iemand bijvoorbeeld naar een ander bedrijfsrestaurant moeten worden verwezen. Daarom is het ook nodig de points of interest te beheren.
LBS en privacy
Het belangrijkst wellicht zijn toch beveiliging en persoonsbescherming. Deze vormen belangrijke uitdagingen. In de publieke ruimte wordt de locatie-informatie vrijelijk uitgewisseld en zelfs benut voor reclamedoeleinden. Maar binnen een organisatie wordt de locatie-informatie afgeschermd; dat kan een negatieve invloed hebben op de gebruikerservaring.
Gewoonlijk is de informatie over bijvoorbeeld locaties van gereedschappen, voorraden en kapitaalgoederen vertrouwelijk. Daar moet je dus regels voor opstellen: wie krijgt inzage in deze gegevens. En zorgt ervoor dat die dynamische gegevens onderdeel uitmaken van het beheer van locatiegebaseerde diensten. Andersom kan een medewerker vinden, dat niet iedereen zomaar kan zien waar hij is; hij moet dat kunnen beperken tot een bepaalde groep mensen. Tegelijk moeten die diensten niet steeds een aparte applicatie zijn, maar ingebed wordt in bestaande applicaties. De locatiedata moeten toegankelijk zijn voor applicaties. Daarvoor zijn API’s beschikbaar. En een POI-framework dat is te beheren.
De persoonsbescherming mag wel een nadrukkelijker accent krijgen. Want er is een schaduwzijde aan alle persoonlijke informatie die ‘digitaal’ beschikbaar is. Aan de ene kant zijn de persoonsgegevens (zoals bepaalde voorkeuren) nodig om een goed aanbod te kunnen doen, aan de andere kant wil je niet dat onbevoegden ermee aan de haal gaan. Zo is het mogelijk gebleken aan de hand van ‘Facebook-‘likes’ na te gaan of iemand welgesteld is, welke politieke kleur hij heeft, en dergelijke. Gewoon een kwestie van analyseren. Je kunt die ‘likes’ privé maken, zodat alleen jouw vrienden ze zien, maar in beginsel staan ze op openbaar. En zelfs als je ze privé maakt, heeft Facebook ze nog steeds en mag de gegevens verkopen aan derden.
Dat is toch wel verontrustend. Dergelijke hulpmiddelen zijn nuttig in de consumentenmarkt en in het bedrijfsleven, maar ze dienen met enige terughoudendheid te worden toegepast. Dat geldt voor de diensten voor consumenten evenzeer als voor de zakelijke toepassingen. Consumenten willen er niet altijd mee worden geconfronteerd. Voor bedrijven is het dus zaak consumenten een uit-knop te bieden. Tegelijkertijd merken we dat de bedrijfsmatige toepassingen van locatiegebaseerde diensten wel de nodige aandacht krijgen op het vlak van beveiliging, privacy en beheer. Daarvan kunnen de aanbieders van op de consument gerichte diensten nog een lesje leren.
Anne Mieke Driessen, bij Intel Nederland verantwoordelijk voor het business development bij grootzakelijk eindklanten.
