
Dat het tijd is voor verandering, mag duidelijk zijn. De constante strijd om de beste kwaliteit voor de laagste prijs te krijgen heeft zijn dieptepunt bereikt. Budgetten van klanten staan onder druk en de commerciële doelstellingen van fabrikanten en leveranciers zijn onverminderd hoog. Dit leidt tot een kat-en-muis spel tussen partijen, om wie uiteindelijk het meeste uit de opdracht haalt. De klant die met vaak onmenselijke druk op de onderhandeling de goedkoopste oplossing krijgt of de verkopende kant die hierdoor zo min – en in sommige gevallen zelfs onvoldoende – levert en wel ziet waar het schip strand. Zonder dat de klant dit door heeft.
OCP door klanten en fabrikanten
OCP (Open Computing Project) lijkt de sleutel te zijn om de kloof tussen beide partijen te verkleinen. Waar traditioneel de fabrikant de marktwerking bepaalt, is OCP tot stand gekomen door klanten en fabrikanten samen te brengen om een nieuwe standaard te definiëren die de hedendaagse problematieken kan opvangen.
4 principes
De OCP-standaard richt zich op 4 technologie-principes. Het aanzienlijk reduceren van de kosten, door componenten weg te laten die van geen nut zijn en hiermee de efficiëntie te vergroten, is het eerste principe. Het tweede is sterk te sturen op schaalbaarheid en beheersbaarheid aan de hand van een open system management, dat de veelal grote hoeveelheden applicaties en de daaronder liggende hardware en data center infrastructuur zoveel mogelijk automatiseert. Het vierde principe betreft het elimineren van complexiteit en hardwarebeheer.
Dit wordt gerealiseerd door alles (hot) pluggable te maken. Hierdoor worden slechts componenten gewisseld in het data center, wat leidt tot het vrijspelen van technisch beheerders. En tot slot het structureel verlagen van de softwarelicenties en de hoeveelheid applicaties door primair voor open source en container applicaties te kiezen. Slechts als het niet anders kan wordt daarvan afgeweken. In dat geval is VMware of Microsoft Windows ook te gebruiken (maar maakt het OCP wel weer duur).
Schijnveiligheid
Een van de sterke kanten van OCP is in mijn ogen het streven om de zwaar overbodige hardware redundantie een halt toe te roepen. Die levert immers vandaag de dag in veel gevallen een schijnveiligheid.
Het is opzienbarend hoe we huidige datacenters nog steeds inrichten. De inrichting is immers gebaseerd op de eisen van 20 jaar geleden toen iedereen een mainframe had. In plaats van een nieuwe standaard te adopteren waardoor niet alleen op kosten wordt bespaard door een “goede” inkoop, maar men ook jaarlijks geld overhoudt door het simpel weg laten van zwaar overbodige data center inrichting, blijft men op veilig spelen met de schijnveiligheid die je als klant wordt aangepraat.
Mainframes
Een aantal voorbeelden. Alle datacenters hebben vandaag de dag een verhoogde vloer. Dit is ontstaan doordat grote mainframes met water werden gekoeld en om te voorkomen dat de computerruimte onder water kwam te staan als een leiding knapte. Vandaag blazen we met zware koelingsapparatuur ijskoude lucht van onder de server vloer naar boven, terwijl je eenvoudig lucht van buiten kan gebruiken die je als het nodig is kan bijkoelen. Als deze free air warm is geworden stijgt deze vanzelf weer naar boven waar het afgezogen kan worden.
We bewaken de vochtigheid en temperatuur zo streng omdat vroeger de operators en de printers in het data center verbleven en die konden niet tegen warmte- en vochtschommelingen.
Standaard
Waarom hebben servers zoveel connectoren achterin zitten terwijl deze alleen maar tijdens de installatie worden gebruikt? Dit komt doordat een server begonnen is als zware pc en die hadden dat standaard.
Laten we het over het stroomverbruik in een gemiddeld data center hebben. Ik ben hier weliswaar geen expert in, maar toch komen we dan tot de kern van datacenter beperkingen. Er zijn legio klanten die meerdere 42u racks hebben die ze niet kunnen vullen vanwege de beperking aan stroom. Ook wordt een tiende deel van het datacenter opgeofferd aan nood- en stroomvoorziening. Dit omdat alle servers met twee of drie voedingen zijn uitgerust om door te blijven draaien in geval van stroom(ver)storingen.
Iedereen kent wel een situatie waardoor bij een stroomstoring alsnog het hele datacenter afgeschakeld werd. Dan moeten volledige diensten worden onderbroken. Er is slechts een handvol situaties bekend waar slechts 1 van de 2 voedingen het begaf. In de meeste datacenters wordt driemaal van AC naar DC overgegaan. Om stroom bij OCP in de server te krijgen wordt de volledige elektrische infrastructuur van het datacenter efficiënter, omdat er nog maar één AC-naar-DC om- zetting nodig is.
Rack
Het lijkt er dus op dat OCP al deze problemen heeft opgenomen in een nieuwe standaard, waardoor geen gereedschap meer nodig is in het datacenter. Beheerders schuiven alleen nog via de voorkant van het rack modules in. Die hebben wel een managementpoort voor het opnemen in de beheer omgeving. Er passen 2x zoveel servers in 21” racks die beter te koelen zijn met gekoelde lucht van buiten. De server modules zijn eenvoudig uitwisselbaar zijn en hebben geen keyboard-, muis- en video uitgangen meer. Ze verbruiken ook niet onnodig stroom.
Al het netwerkverkeer wordt, zonder losse bekabeling, boven in het rack verwerkt. Daar wordt ook de stroom naar de servers gevoerd, zonder eigen voedingen nodig te hebben. Elk rack wordt met een eigen UPS beveiligd. De racks worden standaard met 12 of 24 volt voorzien waardoor er twee keer zoveel rekenkracht in een rack kan worden geplaatst. De hardware redundantie wordt geëlimineerd en de beschikbaarheid van de functionaliteiten wordt verhoogd op het niveau van applicatie servers.
Te mooi om waar te zijn en iedereen kan dit jaar nog overstappen, zou je zeggen.
Afspraken
Helaas. OCP is relatief nieuw en opgebouwd vanuit standaarden, Daarna is vervolgens de technische inrichting gefabriceerd. Toch zien we al weer afwijkingen ontstaan doordat vanuit een commerciële en competitieve uniekheid niet geconformeerd wordt aan de gemaakte afspraken.
Zo is er al een verschil tussen de standaard 21” rack en 19”. De voedingen verschillen al tussen 12, 24, 48 en 270v. De server-modules zijn lang niet allemaal uit te wisselen tussen de racks en niet alle modules zijn zonder gereedschap te plaatsen.
Vernieuwing
Ongeacht die verschillen voorziet OCP wel in een aanzienlijke besparing in de terugkerende datacenterkosten. Zo houdt je geld over voor vernieuwing.
Dus bij een eenieder die bij een volgende investeringsaanvraag aan de hand van een “goede” inkoop ogenschijnlijk geld bespaart, zal met OCP de hoogste besparing ooit realiseren. Hij krijgt daar een eenvoudig schaalbare, makkelijk te beheren datacenter voor terug, waardoor de achterhaalde traditie eindelijk kan worden uitgefaseerd en alle energie van het IT-team in de beschikbaarheid en ontwikkeling van de applicaties gestopt kan worden.
Veranderen loont.
Vincent van der Linden, Managing Director Benelux bij Manstor