Home Internet Providers en handhaving: een no-go area

Providers en handhaving: een no-go area

78

Het auteursrecht is op het internet moeilijk te handhaven. De media- en content industrie worstelt sinds jaar en dag met dit thema. In haar strijd om partijen die de rechten schenden aan te pakken richt zij haar pijlen steeds vaker op de aanbieders van digitale infrastructuur, zoals providers.

Een recent voorbeeld van de hernieuwde aandacht voor het handhaving van het auteursrecht door middel van ingrijpen bij tussenpersonen is de visie van de Advocaat-Generaal (A-G) Cruz Villalon van het Europees Hof van Justitie. Micha Schimmel van Solv advocaten licht zijn conclusies toe in een artikel op deze site.

Deze trend, het ingrijpen in de digitale infrastructuur, is riskant. Cruz-Villalon is, ondanks zijn nuances, slechts één van de velen die hun pijlen met enige regelmaat richten op providers. Eerder zagen we voorstellen als clean-IT, ACTA en PIPA voorbijkomen. Die initiatieven hebben allemaal gemeen dat ze oplossingen voor handhaving en bestrijding van uitwassen op het internet zoeken bij de aanbieders van infrastructuur. Ook justitie zoekt daar de oplossing voor problemen. Het wetsvoorstel Computercriminaliteit III geeft justitie zelfs de mogelijkheid om in te grijpen in de kern van het internet. Met als één van de argumenten, dat op die manier onrechtmatig gedrag snel kan worden gestopt.

Netneutraliteit
Ik ben van mening dat het ingrijpen van de wetgever of rechter in digitale infrastructuur een no-go area is. Digitale infrastructuur is economisch te belangrijk geworden om het onderwerp te maken van ad-hoc maatregelen, hoe goed bedoeld ook. Dat ingrijpen is schadelijk, riskant, en in strijd met de gedachte van een open en toegankelijk netwerk: het principe van de netneutraliteit. Ongefilterde toegang tot het internet is een fundamenteel recht.
Netneutraliteit dicteert dat aanbieders van digitale infrastructuur niets te zoeken hebben in de content en transacties van hun gebruikers. Laten we dat dan ook strikt zo houden. Want zouden providers wel medeverantwoordelijk worden gemaakt of betrokken worden, dan leidt dat op termijn onvermijdelijk tot aantasting van netneutraliteit en privacy. Immers: het zich vrijwaren van gevolgen van bijvoorbeeld nalatigheid, laat de provider geen andere keus dan een continue inspectie van verkeer en content om zich een oordeel te kunnen vormen over de rechtmatigheid van de handelingen of content van de gebruikers. Het is dan alsof een huisbaas continu met een moedersleutel op zak de woningen van zijn huurders binnen loopt om zich ervan te overtuigen dat er niets illegaals gebeurt.

Tussenpersoon is geen tussenpersoon
Mijn verklaring voor het feit dat er zo vaak naar de rol van service providers wordt gekeken, is tweeledig.
Ik hoor vaak de wat fatalistische gedachte dat het opsporen van daders op het internet onbegonnen werk is. Dus zouden uitwassen alleen nog kunnen worden bestreden door het ingrijpen in de digitale infrastructuur.
Daarbij is de discussie ook het gevolg van de ongelukkige keuze voor het woord “tussenpersoon”. Dat woord roept een beeld op van partijen die actief betrokken zijn bij transacties, bijvoorbeeld bij het “doorgeven” van content. Dat beeld is onjuist. Internet Service Providers en hosters bieden slechts technologie aan, net zoals bouwers van computers en software. Ze faciliteren met die technologie de diensten van hun klanten. Die klanten zijn de feitelijke participanten in de transacties. Service providers die digitale infrastructuur aanbieden zijn dus niet betrokken bij de transacties van hun afnemers. Net zomin als een telefoonmaatschappij een rol heeft in de gesprekken van hun klanten, de post bij de inhoud van een brief, of de wegbeheerder met wat ik in mijn kofferbak vervoer.

Opsporing en handhaving in een rechtstaat is voorbehouden aan justitie. De verantwoordelijkheid voor handhaving op het internet kan dus ook om die reden nooit bij providers worden neergelegd. Medewerking kan uiteraard wel – en daar ligt het antwoord.

Samen onrechtmatig gedrag bestrijden
Als we het ad-hoc ingrijpen in de infrastructuur niet willen, waar moeten we de oplossingen voor onrechtmatig gedrag dan wel zoeken?

Daarvoor is het in de eerste plaats nodig dat overheid maar ook content producenten zich scherper gaan oriënteren op de economische werking van het internet en vaker de dialoog aangaan met de daarbij betrokken partijen. Justitie en, in het algemeen, de overheid, moet de verouderde terminologie met begrippen als “geautomatiseerde werken”, “tussenpersonen” en “telecommunicatie aanbieders” gaan verlaten en modernere begrippen gaan hanteren. Zo’n indeling van het internet-landschap met aanbieders, afnemers en infrastructuur is veel meer in lijn met andere bekende principes. Zoals de duiding van participanten in transacties van onrechtmatige content: downloader, uploader. Bij e-commerce: aanbieder en afnemer. Bij privacy wetgeving: de betrokkene en de verantwoordelijke.
De access provider of andere aanbieders van technologie of infrastructuur maken in al die voorbeelden geen deel uit van die ketens.

Ook moet de discussie vaker gaan over de vraag waar het bij handhaven en opsporen precies mis gaat. Dat gaat primair over daders, en pas dan over techniek. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om kinderporno te filteren of blokkeren als er niet tegelijkertijd met veel energie en creativiteit wordt gewerkt aan opsporing van makers en uploaders.

De DHPA is een groot voorstander van het samen ontwikkelen van structurele, gerichte oplossingen, ook op technisch gebied. Die samenwerking en aanpak, zoals in het platform Internet veiligheid van het ECP (linkje) heeft zich in de praktijk al bewezen. Met de procedure NTD (Notice and Takedown) wordt menig site snel down gebracht naar aanleiding van een terechte melding. Ontwikkeling en inzet van structurele, geautomatiseerde mechanismen helpt. Spamfiltering heeft effect. Er is software voor detectie en automatisch verwijderen van kinderporno en zijn er oplossingen beschikbaar voor de opsporing en bestrijding van Botnets, Phishing en DDOS.

Zo kan bestrijding van cybercrime en onrechtmatige content in het juiste perspectief worden gezien, en kunnen betere en effectievere maatregelen worden genomen. Waarbij de digitale infrastructuur intact blijft en de netneutraliteit wordt geborgd.
De Dutch Hosting Providers Association (DHPA) steekt met zijn partners de hand uit om dit samen te realiseren!

Michiel Steltman, directeur DHPA

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in