Home Ondernemen & Business Rechtbank blokkeert toegang tot platform

Rechtbank blokkeert toegang tot platform

90

De rechtbank Rotterdam heeft recent een interessant, maar tevens opvallend vonnis gewezen over twee juridische vraagstukken: (i) de inbreuk op auteursrechten op software, en (ii) het blokkeren van toegang tot een platform.
De ruziënde partijen hadden een overeenkomst gesloten, Fides als licentiegever van een platform en EuroPsyche als licentienemer. De overeenkomst zag op het online ter beschikking stellen van een digitaal platform voor verschillende doeleinden die samenhangen met de zorgverlening door EuroPsyche.

Mag Fides blokkeren, ook al heeft EuroPsyche niet betaald?
De rechtbank overweegt dat, zelfs als vast komt te staan dat EuroPsyche wanprestatie pleegt (de inhoud van die verplichtingen stond namelijk niet vast), Fides niet gerechtigd is de toegang tot het platform zomaar te blokkeren.
De rechtbank acht een blokkade in het algemeen disproportioneel, omdat het een voor de continuïteit van de bedrijfsvoering van EuroPsyche essentieel systeem betreft.

“Daarbij is enerzijds in de overweging betrokken, dat aannemelijk is dat niet of nauwelijks sprake is geweest van ingebrekestelling, terwijl EuroPsyche een substantieel bedrag op korte termijn heeft betaald, en anderzijds dat het hier een systeem betreft dat zorgverlening aangaat.”

“Het beroep van Fides op een (wettelijk) opschortingrecht moet voorshands in dit geval daarom, ook al vloeien de verbintenissen over en weer uit dezelfde rechtsverhouding voort en ook al zou de geldvordering die zij op EuroPsyche stelt te hebben opeisbaar te achten zijn, als naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar worden aangemerkt.”
Het blokkeren van de toegang tot bedrijfskritische gegevens is een heikel punt, maar naar mijn mening komt de rechtbank wel met een praktische oplossing. Fides mag wel blokkeren indien EuroPsyche niet aan haar betalingverplichtingen voldoet, en Fides waarschuwt alsnog te gaan blokkeren indien Europsyche niet alsnog binnen een bepaalde termijn betaalt: ” (…) in redelijkheid [kan] van Fides niet worden verlangd dat zij blijft wachten; toepassing van haar opschortingrechten zal dan niet disproportioneel zijn, mits zij die toepassing tijdig (tenminste twee weken tevoren) aan de aangesloten zorgverleners en EuroPsyche aankondigt.”
Overigens slaat de rechtbank de spijker mis met de constatering dat er “nauwelijks” ingebreke is gesteld. Je stelt immers in gebreke of niet, dus zwart/wit.

Maakt EuroPsyche inbreuk op de auteursrechten op de software?
De rechtbank gaat, opvallend genoeg, mee in deze redenering. Zij stelt dat Fides licentienemer is van de auteursrechthebbende, Systicon en dat:

“EuroPsyche (als gebruiksgerechtigde van Fides), zonder toestemming van Systicon of Fides, niet gerechtigd [is] aan de hand van en gebaseerd op het digitale platform van Systicon een vervangend systeem te ontwikkelen teneinde dit, na de beëindiging van de overeenkomsten, commercieel te exploiteren.”

Dit lijkt niet geheel te stroken met de onlangs door het Europees Hof van Justitie gegeven uitleg aan de Softwarerichtlijn. Daarin werd namelijk als volgt geoordeeld:

“It must therefore be held that the copyright in a computer program cannot be infringed where, as in the present case, the lawful acquirer of the licence did not have access to the source code of the computer program to which that licence relates, but merely studied, observed and tested that program in order to reproduce its functionality in a second program.”

Het staat EuroPsyche dus in beginsel vrij om vergelijkbare of zelfs dezelfde software te creëren – ook als ze de functionaliteit en werking van de oorspronkelijke software hebben afgekeken – zolang ze daarbij de broncode maar niet kopiëren. Maar de rechtbank stelt niet vast dat EuroPsyche de broncode van de Fides software heeft gebruikt.
Wel erkent EuroPsyche dat zij schermafdrukken van de software heeft gemaakt en deze heeft gestuurd naar een derde partij, die de vervangende software voor EuroPsyche ontwikkelt. Hierin zou wel een inbreuk op de auteursrechten van Fides gelegen kunnen zijn, maar daar gaat de rechtbank verder niet op in. Overigens, het argument van EuroPsyche dat het haar vrij staat om  – voor een ieder publiekelijk toegankelijke – schermafdrukken van de Fides software te sturen en te bespreken met de ontwikkelaar, snijdt wat mij betreft geen hout. Het feit dat het publiekelijk toegankelijk is wil natuurlijk niet zeggen dat je het mag kopiëren.

Menno

1 REACTIE

  1. In het deel van het vonnis dat besproken wordt onder het kopje “Maakt EuroPsyche inbreuk …” is volgens mij sprake van verwarring over wat precies het “oorspronkelijk karakter” van software is, ofwel het onderscheid tussen idee/functie en uitdrukking. Onder het motto “beter laat dan nooit” hierbij de visie van een in auteursrecht geïnteresseerde IT-er.

    Zoals ik het lees speelt in het vonnis het begrip ‚Äúnabootsing‚Äù een cruciale rol: de rechtbank stelt dat ‚ÄúDaarmee [de rechtbank verwijst hier naar de opdracht die EuroPsyche heeft gegeven om een vervangend systeem te maken— PvE] kan reeds voorshands worden aangenomen dat EuroPsyche (op grond van artikel 13 Aw (onrechtmatige nabootsing) ‚Ķ in strijd handelt met de auteursrechten‚Äù. De rechtbank lijkt er vanuit te gaan dat iedereen die een stuk software maakt dat hetzelfde doet (functioneel equivalent is) als een bestaand stuk software daarmee automatisch dat stuk software nabootst, zonder te overwegen of het oorspronkelijke karakter van het origineel is overgenomen. Dat is hetzelfde als op voorhand stellen dat een willekeurige twee-onder-een-kapper een nabootsing is van het Rietveld Schroderhuis omdat het allebei bouwwerken zijn met dezelfde functie: een gezin onderdak verschaffen.

    Het Europese Hof lijkt het onderscheid tussen uitdrukking en functie meer te appreciëren: het Hof stelt dat van inbreuk geen sprake kan zijn als de vermeende inbreukpleger geen toegang had tot de source code. In source code speelt uitdrukking een grote rol: hetzelfde idee, dezelfde functionaliteit kan op vele manieren uitgedrukt worden; die vrijheid leidt tot verschillen in uitdrukking die zich uiten in de keuze van namen van symbolische verwijzingen naar geheugenplaatsen, volgorde van opdrachten in de sourcecode, etc., etc.

    Een vonnis is uiteraard altijd specifiek voor het onderhavige geval en in deze zaak spelen vast nog vele andere aspecten. Maar los daarvan lijkt het mij dat de Auteurswet niet elke poging om vervangende software te construeren automatisch classificeert als nabootsing. Als IT-er ben ik daar eigenlijk heel blij mee.

    Pascal van Eck

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in