De oude applicatiewereld wordt langzaam vervangen door SaaS, apps en allerlei cloud-oplossingen. Met deze bouwstenen kan in theorie een veel modernere en efficiëntere infrastructuur neergezet worden, vaak in samenspel met de bestaande IT. Maar de praktijk blijkt weerbarstig: veel bedrijven overwegen eerder een alles-in-een SaaS-platform dan maatwerkintegratie van hun bedrijfssystemen. Met alles risico’s van dien.
Door cloud computing is het steeds eenvoudiger geworden om software als dienst af te nemen. Soms gaat dit zelfs iets te gemakkelijk, bijvoorbeeld als werknemers zelf allerlei externe diensten gaan inkopen. Die worden ongemerkt onderdeel van de bedrijfs-IT, wat leidt tot schaduw-IT, gescheiden informatiesilo’s en zelfs het lekken van bedrijfsdata. De IT-afdeling is er niet bij betrokken, waardoor de integratie met de bedrijfssystemen uiterst beperkt blijft. En een centrale strategie of beleid ontbreekt, omdat het management er niets van weet.
Het andere uiterste is echter dat een organisatie voor de makkelijke weg kiest en overstapt op één groot allesomvattend SaaS-platform om de business op te laten draaien. Dat is echter een uiterst gevaarlijke strategie, zowel kostentechnisch, organisatorisch als voor toekomstige innovatie.
Complexe SaaS-platformen
Vroeger moesten bedrijven hun bedrijfsprocessen afstemmen op de software die ze gebruikten. Dat hoeft inmiddels niet meer, omdat er steeds meer best-of-breed software beschikbaar is die naadloos aangepast kan worden aan de wensen van de business en zijn gebruikers. Veel van de nieuwe webgebaseerde bedrijfssoftware beweegt echter de andere kant op. Het worden al snel megalomane en uiterst complexe platformen die uit hun voegen barsten van de functionaliteit. Ze moeten immers voor allerlei verschillende bedrijven inzetbaar zijn. Deze centraal gehoste platformen introduceren een nieuwe vorm van vendor lock-in. Je bent namelijk verplicht om je hele business aan te passen aan de applicatie, en je zit vervolgens vast aan de oplossingen die in dit platform geboden worden.
Maximale flexibiliteit
Het beste alternatief voor een alles-in-een SaaS-platform is volgens mij een combinatie van verschillende relatief kleine SaaS-applicaties. Een zorgvuldig geselecteerde mix van best-of-breed oplossingen, die optimaal aansluiten op de business en daardoor veel beter worden gewaardeerd door de gebruikers.
Dat klinkt een beetje als de inefficiënte situatie die ik aan het begin van dit verhaal beschreef. Natuurlijk willen we niet terug naar talloze applicaties die afzonderlijk gebruikt worden. Op zichzelf is dat uiterst inefficiënt en er kunnen bovendien gaten ontstaan in de functionaliteit. De beste oplossing is om deze best-of-breed applicaties naadloos aan elkaar te koppelen door middel van API’s en een beperkt aantal maatwerkapplicaties. Dit gebeurt helaas te weinig, en dat terwijl het zo ontzettend veel voordelen heeft. Je kunt de bedrijfsprocessen vergaand optimaliseren, de effectiviteit van werknemers verhogen en bovendien biedt het kansen om je als bedrijf te onderscheiden van je concurrentie. Ik ben er van overtuigd dat dit model uiteindelijk veel efficiënter is dan je hele business in het keurslijf van een SaaS-platform wringen.
Erik Seveke is medeoprichter van GlobalOrange
Klinkt nét iets teveel als ‘Wij van WC-eend adviseren…’ oftewel preken voor eigen parochie.
Vaste regel bij een standaardpakket (in-house) én bij een standaard SaaS dienst is ‘Elk stuk waarin je het bedrijfsproces weet aan te passen aan de standaardsoftware is pure winst, initieel en voor later onderhoud’. Customisations moeten dan ook uitzondering zijn m.u.v. een aantal essentieele integraties. En met cloudversies van pakweg Salesforce, Siebel-Oracle, SAP etc. heb ik nog niet gemerkt dat die _essentieele_ integraties niet zouden kunnen, al had het wel eens makkelijker gekund dan nu. Opknippen van de SaaS dienst in kleinere stukken en dan weer zelf als ‘broker’ er stukken tussen plaatsen is zelfbouw/maatwerk en i.h.a. voor de klant geen denderend goed idee, sorry dat ik deze preek even kom verstoren….