“One small step for man, one giant leap for mankind”. Vijftig jaar geleden sprak Neil Armstrong deze inmiddels fameuze woorden uit en zijn ze vandaag de dag nog even iconisch en krachtig als toen. De eerste maanlanding is zonder twijfel één van de belangrijkste gebeurtenissen in onze geschiedenis geweest.
Sinds 1969 is de ruimtevaart ver gekomen. Neem bijvoorbeeld NASA’s Hubble-telescoop. Die werd in 1990 de ruimte ingestuurd om foto’s te nemen. Die foto’s hebben sindsdien diepgaand inzicht gegeven in ons universum. De Hubble-telescoop droeg in 2012 ook bij aan de ontdekking van water op Mars en legde vorig jaar de lancering van de eerste missie naar de zon vast.
Dankzij de enorme technologische vooruitgang kunnen we nu verder in de ruimte kijken. Dit, om onbekende gebieden te verkennen en nieuwe verschijnselen te ontdekken. Met nieuwe investeringen in ruimteprogramma’s en private ruimtevaart, kunnen we nu veel van wat we vroeger alleen in films zagen overtreffen.
Veel data
Ruimtevaart kan niet zonder data. Die worden gebruikt voor alles, van het ondersteunen van onderzoek en ruimtevaartprojecten tot het bepalen van het tijdstip waarop een ruimtevoertuig terugkeert in een baan om de aarde. Voor het werk in de controlekamers zijn enorme hoeveelheden data cruciaal. De ondersteunende systemen die deze gegevens beheren en verwerken moeten dus altijd werken.
Hoewel de IBM 7090 mainframe vijftig jaar geleden gold als een spannende technologische doorbraak en toen zeker heeft geholpen om de eerste Amerikaan de ruimte in te krijgen, zijn vandaag de dag supercomputers essentieel voor het verwerken van informatie.
Real-time
Supercomputers kunnen enorme hoeveelheden data in een nanoseconde verwerken. Dankzij deze computers kunnen wetenschappers beschikken over alle informatie die ze nodig hebben, op het moment dat nodig is. Deze informatie moet vrijwel real-time vanuit ruimtevoertuigen en ruimtestations doorgegeven worden aan wetenschappers, wiskundigen en ingenieurs. Bovendien is de veiligheid en de beveiliging van ruimtevoertuigen en de passagiers verzekerd dankzij deze krachtige machines die vol zitten met de meest recente en geavanceerde opslagtechnologie. Vandaar dat data centraal moeten staan bij het ontwerp en de ontwikkeling van technologieën voor de verkenning van de ruimte.
Artificial intelligence en data worden al op grote schaal gebruikt voor ruimteonderzoek. Op basis van data die verzameld waren door de Kepler Space Telescoop, ontdekte NASA de nieuwe planeet Kepler-90i op een afstand van 2545 lichtjaar van de aarde. Voor het verkennen van de ruimte worden ook machine learning tools ingezet. Deze tools kunnen veel makkelijker door alle beschikbare data zoeken dan mensen. Dat vergroot de kans om planeten te vinden door alleen naar datasets te kijken. AI kan zelfs een belangrijke rol spelen in het lokaliseren van buitenaards leven.
Innovaties
De toepassing van technologie gaat niet alleen op een hoger tempo. Het wordt ook veel sneller in gebruik genomen. Dit heeft belangrijke ruimte-gerelateerde gebeurtenissen als resultaat. Zoals de maanlanding, het eerste ruimtestation of de Voyager-missie, dankzij de snelle ontwikkeling en toepassing van technologie die elkaar steeds sneller opvolgen. Als technologische innovaties zich blijven ontwikkelen in dit tempo, dan is het niet ondenkbaar dat we binnenkort zouden kunnen leven tussen de sterren. In plaats van er alleen maar naar te kijken.
Marco Bal is Systems Engineer en een ervaren storage Specialist. Hij werkt bij Pure Storage
