WiFi is als technologie anders, omdat het een gedeeld medium betreft waarop de capaciteit beperkt is. In mijn blog ‘De wireless-revolutie’ heb ik stil gestaan bij de enorme toename in het gebruik van wireless en de voortgang van de WLAN-technologie. Dit samen maakt dat je moet plannen naar wat de behoefte is over een paar jaar. In deze blog deel ik mijn vijf belangrijkste adviezen voor het ontwerp van een wireless netwerk dat toekomstgericht is.
1. Als het niet mobiel is, steek er een draad in
WiFi is een gedeeld medium, waarop de bandbreedte beperkt is. Je wilt die bandbreedte ten gunste laten komen van die clients die echt mobiel zijn en wireless veelal als enige communicatiemogelijkheid hebben. Als het apparaat niet mobiel is, sluit het dan aan op het bedraad netwerk.
2. Wireless beschikbaarheid is niet te garanderen
Iedereen die denkt dat dit wel mogelijk is door technische maatregelen, leeft in een utopie. Dit heeft niks te maken met redundantie of het kunnen uitvoeren van in-service-software-upgrades. WiFi is een hele subtiele techniek waarin een client eerst luistert of de band vrij is, dan toestemming vraagt om zelf te zenden en wacht op de bevestiging. Als het kanaal voortdurend bezet is, dan kan een client niets verzenden of ontvangen. Google eens op ‘WiFi jammer’ en voor een paar honderd euro heb je een kastje met wat antennes die al het WiFi-verkeer in de 2.4Ghz en 5Ghz band in een flinke straal volledig plat kan leggen. Daar helpt niks tegen, anders dan zo snel mogelijk de storingsbron detecteren en elimineren. Denk na over welke technische, maar vooral organisatorische maatregelen er nodig zijn als WiFi niet mogelijk is.
3. Data, voice en locatiebepaling
Kies je nu voor een wireless netwerk voor bedrijfstoepassingen, plan dan niet alleen voor datatransport, maar ook voor realtime verkeer en locatiebepaling. Het later aanpassen van een wireless netwerk is kostbaar, omdat een groot deel van de kosten gaat naar het opnieuw inmeten, de bekabeling en montage van de access points. Als de functionele behoefte er nu nog niet is, dan komen die nieuwe toepassingen er op termijn wel.
4. Meten is weten
Meten is weten en gissen is missen. Dit leerde ik al heel vroeg van mijn leraar voor Elektrotechniek. Omgevingsfactoren als wanden, vloeren en meubilair zijn van invloed op het WiFi-signaal en de dekking. De enige methode die werkt voor een goed wireless ontwerp is meten. Zorg dat je vooraf een actieve WiFi-meting uitvoert voor de bepaling van het aantal access points en de plaats. Achteraf voer je een passieve nameting uit om te controleren of het gewenste resultaat gehaald is. Deze aanpak geeft het beste resultaat om de plaats en het aantal access points te bepalen. Het inmeten kan pas als het type access point en antenne bepaald is. Zie het derde advies, laat dus inmeten voor data, voice en locatiebepaling.
5. Clients zijn mobiel
Het is een inkoppertje, maar toch, clients gaan waar ze kunnen en veelal samen met elkaar. Houd rekening met een hoge concentratie van clients op sommige locaties, zoals vergaderkamers, aula’s, restaurants en auditoriums. Voor die ruimtes wordt het aantal access points niet bepaald door de WiFi-dekking, maar door het aantal clients. Ook in ruimtes waar je het niet verwacht, zoals het toilet, terras en het trapportaal. Dit zijn voor gebruikers heel logische plekken om WiFi-bereik te hebben.
Waar het op neerkomt is: PLAN je WiFi-netwerk! Vraag hulp van een ervaren partner als je hier kennis voor nodig hebt. In een volgende blog wil ik graag ingaan op wireless security en hoe je de hoeveelheid bandbreedte over de verschillende gebruikers en applicaties verdeelt.
Zoals altijd zijn jullie vragen en reacties welkom.
