
Een van mijn favoriete radioprogramma’s is Het theater van het sentiment op Radio 2. De programmamakers doen iedere avond alsof de huidige dag jaren geleden plaatsvindt. Deze week was het bijvoorbeeld 17 mei 1971. Terugkijken met de kennis van nu, leren we ook van Jort Kelder en de politici, is altijd leerzaam. Je kunt verbanden leggen en duidelijk zien waar en hoe zaken fout liepen. Maar dat is alleen nuttig als je er ook wat van opsteekt en daarnaar handelt. Want wie niet leert van het verleden is gedoemd het te herhalen.
In Het theater van 17 mei zat een nieuwsbericht over de aanslag van, zo werd gesuggereerd, Radio Veronica op Radio Noordzee. De ene radiopiraat zou een bom hebben geplaatst op het schip van de ander. In dat verslag viel het woord ‘concurrentienijd’. Een mooie term, vond ik, die je niet vaak meer hoort.
Twee dagen daarvoor ontving ik de heugelijke tijding dat Red Hat, maker van een Linux-besturingssysteem, tien jaar bestaat. Bij het horen van ‘concurrentienijd’ moest ik meteen denken aan de jarenlange strijd tussen de besturingssystemen. De fabrikanten rolden als kleine kinderen vechtend over het schoolplein. “Linux is een kankergezwel,” riep Steve Ballmer van Microsoft. “Het bashen van Microsoft is een beetje als het schoppen van een puppy,” schreeuwde Jim Zemlin van de Linux Foundation.
Miljarden stopten de bedrijven in het overtreffen van de ander. Marktaandeel was heilig en alle strijdwapens waren geoorloofd. Bestuurders en directeuren schoten er echter weinig mee op. Zij lagen, en liggen, wakker van allerlei enorme IT-problemen. Zelden is dat echter de keuze van het besturingssysteem.
Terugkijkend zien we de les die we moeten leren: consumenten en directies hebben zich jarenlang laten vertellen wat er nodig was. Op basis van veel te ingewikkelde, technische ‘adviezen’ van ‘specialisten’ zetten zij blind hun handtekening. Zo werden we opgezadeld met tophypotheken, woekerpolissen, complexe ICT-projecten en service level agreements waar niemand een touw aan kon vastknopen. We stelden maar geen vragen uit angst dom te lijken.
We gebruikten Windows, Unix of Linux omdat ons verteld werd dat we dat moesten doen. In werkelijkheid maakt het niemand veel uit welk besturingssysteem onder de ICT-infrastructuur ligt. Dat blijkt vooral nu Cloud Computing steeds populairder wordt. Veel mensen weten niet eens welk OS daarop draait. Die vraag is alleen interessant voor de leverancier.
Wat we willen, is dat onze gegevens snel en veilig toegankelijk zijn, ongeacht tijd, plaats en device. En dat de ICT-infrastructuur ons helpt productiever, succesvoller en winstgevender te worden. Dat we niet meer wakker liggen van zakelijke vraagstukken. De techniek moet dat mogelijk maken, maar welke techniek dat is, is ons worst. Als blijkt dat een sigarenkistje met een paar elastiekjes er omheen mijn organisatie efficiënter maakt, vind ik dat prima.
De les die we kunnen en moeten leren door het terugkijken op de kinderachtige strijd tussen de besturingssystemen is dat klanten gehoord willen worden. Niet de les gelezen. Wij, als ICT-professionals, moeten luisteren naar onze klanten, en hen niet overschreeuwen. Iedere organisatie, onderneming of instelling heeft volgens zichzelf specifieke en unieke problemen. In de ogen van bestuurders en directies zijn de oplossingen daarvoor altijd maatwerk. Het is aan ons om dit maatwerk te bieden, en ervoor te zorgen dat dit al hun vragen beantwoordt. Men wil een auto die speciaal voor hen gemaakt is. Door goed te luisteren, maken we die. Dat alles onder de motorkap gewoon standaard is en voor velen uitkomst biedt, komt niet eens ter sprake.
Ik ben benieuwd of deze lessen geleerd worden. Of herhaalt de geschiedenis zich toch weer? Ik hoor de kleuters op het schoolplein al weer: “Android is beter!” “Nietes: iOS!” En daar komt de bully al weer aangerend: “Oh ja?? Mijn vader is Windows Mobile!”
Bram Haasnoot, RealOpen IT
Dag Bram,
Ik kwam je blog tegen in onze New Day at Work paper op Twitter. En moet zeggen mooie blog, zeer treffend geschreven!
Je beschrijft precies de reden waarom wij twee jaar geleden begonnen zijn met het ontwikkelen van bedrijfssoftware op maat voor een eerlijke prijs. Wij waren gefrustreerd over dure niet-werkende complexe bedrijfssoftware. Bedrijfssoftware bepaalde hoe je intern werkte i.p.v. je als bedrijf te ondersteunen in hun dagelijkse handelen.
Onze uitdaging was om wel werkende en betaalbare eenvoudige bedrijfssoftware te ontwikkelen. Kleine en middelgrote bedrijven moeten gebruik kunnen maken van cloud bedrijfssoftware op maat, zonder enorm te hoeven investeren en zonder training nodig te hebben.
Wij zien de toekomst van bedrijfssoftware niet alleen op productniveau verandern, maar ook op de manier hoe het verkocht gaat worden. Wij gaan binnenkort plug- en play software leveren uit de muur. Hierbij komen er geen dure tussenpartijen meer aan te pas.
Plug en play binnen de CRM en ERP wereld zijn op dit moment nog ondenkbaar omdat deze spelers graag dure consultants verkopen. Dat is één van onze grootste frustraties. Denk aan apps voor particulieren. Zo gaat het binnen enkele jaren ook voor bedrijven. Hoe zie jij die ontwikkeling?