Home Innovatie & Strategie Ziekenhuizen Antwerpen live op HiX: dit zijn de verschillen met Nederlandse EPD-implementaties

Ziekenhuizen Antwerpen live op HiX: dit zijn de verschillen met Nederlandse EPD-implementaties

253

Sinds enkele jaren richt ChipSoft zich ook op de Belgische markt. Niet zonder succes. Want na enkele kleinere ziekenhuizen, hebben ook de Antwerpse ziekenhuizen GZA en ZNA gekozen voor de software van de Nederlandse leverancier. Gezien de intensieve samenwerking tussen beide ziekenhuizen is gekozen voor een gezamenlijke inrichting van ChipSoft HiX. Onder regie van Salves is een team van zeven testers bij beide implementaties betrokken. Léon Somers is één van hen. Hoe ervaart hij zijn eerste Belgische implementatie?

Andere inrichting van het zorgstelsel

Hij vertelt: “Ik ben als Test Consultant al bij heel veel HiX-implementaties betrokken geweest, maar dit project was toch echt wel heel anders.”

Dat heeft drie redenen. In de eerste plaats is de Belgische ziekenhuiszorg heel anders georganiseerd dan die in Nederland. Waar in een Nederlands ziekenhuis alle medische disciplines meestal op één locatie gehuisvest zijn, bestaan Belgische ziekenhuizen uit meerdere locaties die verdeeld zijn over de stad en voorsteden. De ene locatie richt zich op alle aandoeningen aan het bewegingsapparaat, de volgende op interne geneeskunde en ga zo maar door.

Ook verloopt de financiële afhandeling van de geleverde zorg anders. Waar in Nederland een behandeling van kop tot staart als één DBC wordt gedeclareerd, worden in België alle verrichtingen en gebruikte materialen apart geboekt. Dat heeft consequenties voor de inrichting van het EPD.

Andere cultuur

Tot slot is de Belgische cultuur heel anders. En dat is voor Nederlanders, die als erg direct worden ervaren, best wennen, zegt Léon. “In Nederland kunnen we goed omgaan met directe feedback. Bijvoorbeeld: ‘joh, je hebt dit niet zo handig gedaan. Als je dit voortaan zo en zo doet, dan werkt dat beter.’ In België zijn ze dat niet gewend, daar wordt deze manier van feedback geven gezien als een persoonlijke aanval. Het vereist dus een heel andere manier van communiceren.”

Een ander verschil is dat in Nederland de taken en verantwoordelijkheden vaak net wat anders zijn georganiseerd. Als Nederlanders een fout signaleren zijn ze geneigd die meteen zelf op te lossen, of in ieder geval regelen dat iemand ermee aan de slag gaat. In België rapporteert iemand dat hij een fout heeft gesignaleerd. Vervolgens moet de projectmedewerker de oplossing daarvan expliciet bij iemand beleggen. De projectmedewerker krijgt er dus een taak bij. “Als je je dat niet realiseert en het niet op deze manier organiseert, blijven zaken veel te lang liggen”, zegt Léon.

Cultuurverschillen overbruggen

Veel van deze andere inrichting van werkprocessen kwam op het bord van Salves terecht, zegt Léon. “ChipSoft heeft hele strakke planningen. Door de Belgische werkwijze worden die niet zo makkelijk gehaald als in Nederland. Wij signaleerden dat en hebben plooien gladgestreken om de cultuurverschillen tussen ChipSoft en de twee ziekenhuizen te overbruggen.” Dat was ook voor Salves erg leerzaam. “Ik heb aan het begin van mijn carrière een tijd in India gewerkt. Ik weet hoe groot de impact van cultuurverschillen kan zijn op de manier van werken. Die ervaring kwam nu goed van pas”, lacht Léon.

Contact met Erasmus MC

Ook goed van pas kwam zijn ervaring bij het testen van de ChipSoft-implementatie bij het Erasmus MC. “De beide Antwerpse ziekenhuizen hebben contact gezocht met hun collega’s in Rotterdam. Het Erasmus MC heeft al eerder ChipSoft HiX geïmplementeerd en ik ben toen betrokken geweest bij het testen. Dit project is zowel qua inhoud als omvang goed vergelijkbaar. Daarom konden we ook de ervaring rondom het testen goed meenemen”, vertelt hij.

De meeste tijd ging zitten in de functionele testen, ook wel procestesten genoemd. Daar was ook het onderscheid met de Erasmus-implementatie het grootst. Daarnaast werden er technische testen gedaan, waarbij de koppelingen met medische apparatuur en randapparatuur werden getest. Leon zelf was verantwoordelijk voor het testen van de datamigratie. En ook zijn er twee integrale testdagen georganiseerd, waarbij alle processen in het ziekenhuis worden nagespeeld om te testen of het volledige proces goed loopt.

Dat een goede voorbereiding het halve werk is, bewijst deze implementatie weer eens. Ruim twee jaar geleden begon Salves met het voorwerk. In de laatste maanden maakten zeven consultants deel uit van het Salves testteam. Op vrijdag 17 juni ging GZA live, in september gevolgd door ZNA.

Energieboost

Om het project succesvol af te ronden, moest Salves best vaak buiten de kaders en verantwoordelijkheden handelen. Lang niet alle werkzaamheden die zijn verricht, behoren officieel tot de taken en verantwoordelijkheden. “Maar gelukkig zijn we bij Salves erg flexibel”, lacht Léon. “We zijn dienstverlenend ingesteld en we willen gewoon dat de HiX-implementatie een succes wordt. Als het daarvoor nodig is om taken op te pakken die niet strikt tot het werkpakket behoren, dan doen we dat. Dat hebben beide ziekenhuizen ook wel gezien en dat waarderen ze ook.”

Léon heeft daar een behoorlijke energieboost van gekregen. “Het is leuk om in een ander land met een andere cultuur te werken. Het heeft mij persoonlijk ook verrijkt, ik heb er veel van geleerd. Ik begeleid nu al zo lang HiX-implementaties en datamigraties dat ik niet zo snel meer voor verrassingen kom te staan. Nu moest ik vaak al mijn creativiteit aanwenden om situaties vlot te trekken en het project tot een goed einde te brengen. Als je houdt van voorspelbaarheid, dan word je daar misschien gek van. Maar ik vond het alleen maar leuk en leerzaam om eens buiten gebaande paden te treden. Ik kijk uit naar nog veel meer HiX-implementaties in België!”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in